Algebra I > Som, verschil, product delen
1234567Som, verschil, product delen

Verkennen

Opgave V1

Je ziet hier een rechthoek met lengte `l` en breedte `b` .

a

Welke formule geldt voor de omtrek `P` van de rechthoek?

De halve omtrek krijg je door de totale omtrek door `2` te delen.

b

Laat zien, dat dit klopt met de formule die je bij a hebt gevonden.

c

Welke formule geldt voor de oppervlakte `A` van de rechthoek?

De halve oppervlakte krijg je door de totale oppervlakte door `2` te delen.

d

Laat met de figuur zien, dat de halve oppervlakte gelijk is aan de halve lengte keer de breedte.

e

Hoe ziet dit er met de formule bij c uit?

f

Laat zien dat de halve oppervlakte van de rechthoek ook gelijk is aan de lengte keer de halve breedte.

Opgave V2

In het mbo worden bij Nederlands vijf vaardigheden geëxamineerd. De resultaten van deze vijf vaardigheden worden omgerekend naar één eindcijfer. Hierbij wordt het onderstaande schema gebruikt, waarin ook een getallenvoorbeeld is opgenomen. Deze formule geldt zowel voor taalniveau 2F als 3F. Het eindcijfer van Nederlands komt op de resultatenlijst die bij het succesvol doorlopen van de opleiding samen het diploma wordt uitgereikt.

a

Wat gaat er fout als er bij de berekening voor het eindcijfer van het instellingsexamen geen haakjes worden gebruikt? Wat zou in bovenstaand voorbeeld dan het gemiddelde resultaat IE worden, afgerond op één decimaal?

Hakan heeft voor zijn Centrale Examen Nederlands een `8,2` gescoord, voor Spreken een `7,6` en voor Gesprekken voeren een `7,4` . Het examen Nederlands schrijven moet hij nog maken.

b

Welk cijfer moet Hakan daarvoor minimaal behalen om een `8` als eindcijfer voor Nederlands op zijn resultatenlijst te krijgen? Schrijf je berekening met zoveel mogelijk tussenstappen op. Controleer je antwoord door zijn scores in bovenstaande formule in te vullen.

verder | terug