Algebra I > Som, verschil, product delenVoorbeeld 2
Op veel scholen kun je ook als leerling kopieën maken. De maandelijkse kosten voor de school zijn:
-
de huur en het onderhoud van de kopieermachine: € 150,-;
-
de kosten per kopie: € 0,06 voor papier en inkt.
Bij welk aantal kopieën per maand komt de school uit de kosten als ze de leerlingen `10` cent per kopie laten betalen?
Je kunt dit probleem bijvoorbeeld oplossen door te kijken naar de kosten `k` in cent per kopie.
Die kosten bedragen `k = (150 + 0,06*a)/a` .
Je kunt bij deze formule een tabel maken, bijvoorbeeld met behulp van Excel.
Nu kun je de vraag beantwoorden.
Bekijk
Laat zien hoe je met de gegeven formule de kosten per kopie bij `1000` kopieën per maand berekent.
Je kunt de gegeven formule ook anders schrijven door de deling uit te voeren. Welke formule krijg je dan?
Aan de hand van de formule bij b kun je het probleem ook zonder Excel te gebruiken wel oplossen. Laat zien, hoe.
Mark organiseert een festival en huurt een terrein. De kosten hiervoor bedragen € 3500,00 en daarbij komt nog € 2,50 aan kosten per persoon.
Stel Mark vraagt geen entree. Wat kost het hem dan per gast wanneer hij `300` mensen uitnodigt?
Stel de formule op voor de kosten `K` per gast, afhankelijk van het aantal gasten `q` .
Stel Mark wil in totaal € 650,00 winst maken. Hij nodigt `400` mensen uit. Welk bedrag moet hij dan als entree vragen?