Algebra I > Vergelijkingen
1234567Vergelijkingen

Testen

Opgave T1

Een zwembad heeft een kortingskaart voor een jaar. Voor deze kortingskaart betaal je € 45,00, maar met deze kaart betaal je maar € 2,50 per keer zwemmen. Als je geen kortingskaart hebt, betaal je € 4,50 per keer zwemmen.

a

Je wilt weten hoeveel keer je in een jaar moet gaan zwemmen om voordeliger uit te zijn met een kortingskaart.
Welke vergelijking past daar bij?

b

Los deze vergelijking op.

Opgave T2

Los de volgende vergelijkingen op.

a

`26 - 3,5x = 10`

b

`26 - 3,5x = 10 + 2x`

c

`3(x - 4)^2 = 300`

d

`(k-3)(k+6) = k(k - 2)`

e

`26/(3p + 5) = 2`

verder | terug