Je mag beide zijden van een vergelijking met hetzelfde vermenigvuldigen, zie verder
de
`100 = 32/t` of `32 = 100*t` .
`t = 32/100 = 0,32` uur en dat is `0,32 * 60 = 19,2 ~~ 19` minuten.
`t = s/v` .
`100 = 180/t` geeft `100t = 180` en dus `t = 180/100 = 1,8` uur.
`t = s/v` geeft meteen `t = 180/100 = 1,8` uur.
`s = v*t = 100*55/60 = 91 2/3` km.
Omdat je reistijd `5` minuten, dus `5/60 = 1/12` uur langer wordt.
`t = 180/100 + 1/12 = 113/60` uur en dat is `1` uur en `53` minuten.
`1 50/60 = 180/v + 1/12` geeft `180/v = 1 45/60 = 1,75` , dus `v = 180/(1,75) ~~ 102,9` km/uur.
`(11,3)/(0,001) = 11300` kg/m3
`m = rho*V` en `V = m/(rho)`
`m = rho*V = 11300 * 0,012 = 135,6` kg.
`x = 12`
`x = 240`
`p = 15`
`g=2,75`
`y = 6/x`
`y = text(-)0,5x + 3,75`
`y = 12/x - 3`
`y = 3/(2x)`
Dit getal is het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van `4` , `12` en `6` . Zo ben je in één keer van alle breuken af.
`p/4 + 1/12` | `=` | `2- 5/6 p` |
beide zijden
`xx12`
|
`3p+1` | `=` | `24-10p` |
beide zijden
`+10p`
|
`13p+1` | `=` | `24` |
beide zijden
`-1`
|
`13p` | `=` | `23` |
beiden zijden
`//13`
|
`p` | `=` | `23/13` |
`x = text(-)14/9`
`x = 144/17`
`p = 2`
Gebruik ook nu de balansmethode:
`c` | `=` | `5/9 f - 17 7/9` |
beide zijden
`xx 9`
|
`9c` | `=` | `5f - 160` |
beide zijden
`+ 160`
en omwisselen
|
`5f` | `=` | `9c + 160` |
beide zijden
`/5`
|
`f` | `=` | `(9c + 160)/5` |
Dit kun je herleiden: `f = (9c + 160)/5 = 9/5 c + 32`
Gebruik
`f = 9/5 c + 32`
en vul
`c = 100`
in.
Je vindt:
`f = 9/5 * 100 + 32 = 212`
°F.
Gebruik
`c = 5/9 f - 17 7/9`
en vul
`f = 100`
in.
Je vindt:
`f = 5/9 * 100 - 160/9 = 37 7/9`
°C.
`h = (v^2)/(2g)`
`q = 400 - 0,20p` geeft `0,20p = 400 - q` en dus `p = (400 - q)/(0,20) = 2000 - 5q` .
`1/(3k) - 1/(4k) = R` geeft `4/(12k) - 3/(12k) = 1/(12k) = R` en dus `12k = 1/R` zodat `k = 1/(12R)` .
`I = U/R`
`I = 12/(0,02) = 600` A.
`R = U/I = 6/(180) ~~ 0,033` A.
`k = text(-)6` of `k=6`
`l = 1/4`
`m = text(-)5/14`
`t = 6`
`h=5/2`
`t = 1/3`
`q = 1200 - 150*2,20 = 870`
`q = 1200 - 150p` geeft `150p = 1200 - q` en `p = (1200 - q)/150 = 8 - 1/150 q` .
`p = 8 - 1/150*600 = 4` euro.
`T = 2pi sqrt(l/g)`
geeft
`sqrt(l/g) = T/(2pi)`
en dus
`l/g = (T/(2pi))^2 = (T^2)/(4pi^2)`
.
Dus is
`g/l = (4pi^2)/(T^2)`
en
`g = (4pi^2)/(T^2)*l`
.
Eventueel maak je hier nog
`g = (4pi^2 l)/(T^2)`
van.
`g = (4pi^2 * 1)/(2^2) = pi^2 ~~ 9,87` m/s2.
Per folder betaal je in ieder geval € 0,04. Verder betaal je per folder
`10 /a`
euro.
In totaal dus
`k=0,04 +10/a`
euro per folder.
Los op:
`0,04 + 10/a = 0,06`
.
Je vindt
`10/a = 0,02`
en dus
`a = 10/(0,02) = 500`
.
Bij meer dan
`500`
folders kom je onder de € 0,06 per folder uit.
`g = G*M/(r^2)`
en beide kanten van het isgelijkteken
`xxr^2`
geeft
`g*r^2 = G*M`
beide kanten delen door
`G`
geeft
`g*(r^2)/G = M`
`M = g*(r^2)/G`
`g = 9,81` m/s2 en `r = 6400000` m.
`M = g*(r^2)/G = 9,81*(6400000)^2/(6,67*10^(text(-)11)) = 6,0*10^24` kg.
`M = 7,4*10^22` kg.
Neen, `100` °F invullen geeft namelijk `5/9*(100-32) = 5/9*68 ~~ 37,8` °C, terwijl water kookt bij `100` °C.
`C = 5/9*(F-32)`
beide kanten van het isgelijkteken met
`9/5`
vermenigvuldigen geeft:
`9/5*C = (F-32)`
aan beide kanten
`32`
optellen geeft:
`9/5*C + 32 = F`
`F = 9/5*C + 32`
`C = 5/9*(F-32) = 100`
`5*(F - 32) = 900`
`F - 32 = 180`
`F = 212`
Bij `text(-)40` °F of `text(-)40` °C
`rho = (A*R)/l`
`~~ 1,70 * 10^(text(-)9)` Ωm
`m = 1/3`
`n = 8/11`
`p = 59/24`