Reken met de breuken `3/5` en `2/7` .
Bereken de som van beide breuken.
Bereken het verschil van `3/5` en `2/7` .
Hoeveel is het product van beide breuken?
Bereken het quotiënt van beide breuken, deel de grootste door de kleinste.
Kun je de voorgaande berekeningen ook uitvoeren met de breuken `3/a` en `2/b` ?
Voor de stroomsterkte `I_(totaal)` in nevenstaande schakeling geldt:
`I_(totaal) = I_1 + I_2 = U/(R_1 + R_2)`
Hier is:
`U` de spanning over `R_1` en `R_2` in V
`I` de stroomsterkte in A
`R` de weerstand in `Omega`
Als `U = 5` Volt, wat wordt dan de formule voor de totale stroomsterkte?
Schrijf het antwoord van a als één breuk (indien nog niet is gebeurd).