Gegeven zijn de breuken `(6a)/(2a^3)` en `5/(4a)` (met `a != 0` ).
Vermenigvuldig beide breuken: `(6a)/(2a^3) * 5/(4a)` .
Trek de eerste breuk van de tweede af: `5/(4a) - (6a)/(2a^3)` .
Voor beide berekeningen is het verstandig om vooraf de eerste breuk te vereenvoudigen:
`(6a)/(2a^3) = (2 * 3 * a)/(2 * a * a * a) = 3/(a^2)`
Vermenigvuldigen: `3/(a^2) * 5/(4a) = (3*5)/(a^2*4a) = 15/(4a^3)` .
Aftrekken: `5/(4a) - 3/(a^2) = (5*a)/(4a*a) - (4*3)/(4*a^2) = (5a)/(4a^2) - 12/(4a^2) = (5a - 12)/(4a^2)` .
Vereenvoudig de breuken (neem aan dat `a != 0` en `b != 0` ).
`(6a) / (8ab)`
`(5b) / (15b^3)`
`(7a)/21`
`(5a^2 b) / (ab)`
Werk met de breuken `(3x^2)/(xy)` en `(xy)/(4y)` .
Trek de tweede breuk van de eerste af.
Vermenigvuldig beide breuken.
Deel de eerste breuk door de tweede.
Werk met de breuken `(2pq)/(4p)` en `(3p)/(p^2)` .
Tel beide breuken op.
Vermenigvuldig beide breuken.
Deel de eerste breuk door de tweede.