Algebra 2 > Breuken met variabelen
12345Breuken met variabelen

Verkennen

Opgave V1

Je hebt eerder gezien dat je `(a + b)/c` kunt schrijven als:
`(a + b)/c = 1/c * (a + b) = a/c + b/c` .

Maar dan geldt ook het omgekeerde:
`a/c + b/c = (a + b)/c` .
Doe hetzelfde (het samenvoegen) met de volgende letterbreuken:

a

`8/c + 6/c =`

b

`4/(pq) + 2/(pq) =`

c

`1/6 + 3/a = a/(6a) + (...)/(...) =`

verder | terug