In een `16` -bits binair stelsel kun je alleen de getallen `0` tot en met `65535` maken.
Dit laatste getal `65535_(10)` ziet er dan zo uit: `65535_(10) = 1111111111111111_2` .
Zo'n binair getal kun je eigenlijk nauwelijks lezen, je hoeft maar een ééntje te vergeten en je hebt iets heel anders. Daarom geef je dit liever weer in het hexadecimale stelsel, want heen en weer rekenen tussen binair en hexadecimaal is erg eenvoudig: elke `4` -bits combinatie van nullen en énen heeft een bijpassend hexadecimaal teken.
Hoe ziet `1111111111111111_2` er hexadecimaal uit?
Verdeel het binaire getal in blokjes van `4` bits van rechts naar links:
`1111111111111111_2 = 1111.1111.1111.1111_2`
Vervang elk `4` -bits blokje door het bijpassende hexadecimale teken:
`1111111111111111_2 = 1111.1111.1111.1111_2 = ffff_(16)`
En dat leest veel gemakkelijker.
Controle: `ffff_(16) = 65535_(10)` .
Bekijk in
Controleer dat `ffff_(16) = 65535_(10)` .
Reken `1100100100_2` om naar een hexadecimaal getal.
Reken `3d0f_(16)` om naar een binair getal.
Alle getallen in een `16` -bits binair stelsel kun je hexadecimaal weergeven met maximaal `4` tekens.
Leg uit, waarom dat zo is.
In een `32` -bits binair stelsel kun je `4.294.967.296` getallen maken.
Laat zien, dat dit klopt.
Reken `1000100110101101111000010000111_2` om naar een hexadecimaal getal.