Beschrijvende statistiek > Metingen en statistiek
123456Metingen en statistiek

Uitleg

Bij het vullen van pakken suiker krijg je nooit precies het juiste gewicht. Het vulgewicht is een statistische variabele.

Het e-teken hiernaast zie je vaak op verpakkingen staan. Het wordt gebruikt om aan te geven hoeveel de inhoud (in ml) of het gewicht (in g) van zo'n pak mag afwijken van het opgegeven gewicht.

Op kilopakken suiker van een bepaalde fabrikant staat bijvoorbeeld `1000` gram  `℮` . Dit betekent dat geen van deze pakken een lager gewicht mag hebben dan `970`  gram en dat het gemiddelde gewicht van zijn kilopakken minstens `1000`  gram moet zijn. De fabrikant onderzoekt of dit voor de pakken die zijn fabriek verlaten klopt. Hij neemt daartoe regelmatig een steekproef uit de geproduceerde kilopakken suiker. Deze totale hoeveelheid geproduceerde kilopakken heet de populatie.

Zo'n steekproef moet representatief zijn voor de populatie. Dat wil zeggen dat de steekproef dezelfde eigenschappen moet hebben als de populatie. Worden bijvoorbeeld de pakken suiker door twee verschillende machines geproduceerd, dan moeten ook in de steekproef pakken suiker van beide machines voorkomen. Je zou `5` keer per dag willekeurig `10`  pakken van machine A en `10` pakken van machine B kunnen wegen. Daarbij mag je dan geen enkele dag een pak aantreffen dat minder dan `970` gram weegt en moet het gemiddelde gewicht `ge 1000` mg zijn. Dat willekeurig pakken noem je aselecte trekking. Het gewicht van de pakken is de statistische variabele. Omdat deze variabele altijd een getal als waarde heeft, noem je het een kwantitatieve statistische variabele. De fabrikant houdt zo een statistisch onderzoek. De uitkomsten ervan noem je de data.

Je kunt ook statistisch onderzoek doen naar mogelijke bijwerkingen van een medicijn. De waarden van de statistische variabele "bijwerkingen" zijn termen als "slapeloosheid" , "misselijkheid" , en dergelijke. In dit geval spreek je van een kwalitatieve variabele. De variabele bestaat uit kwaliteiten, eigenschappen en niet uit getallen waar je mee kunt rekenen.

Opgave 1

Bekijk de Uitleg . Op een fles frisdrank staat "Inhoud: `1` L `℮` " .

a

Wat wordt hiermee bedoeld?

b

Waarom is de "hoeveelheid frisdrank in deze fles" een statistische variabele?

c

Is de "hoeveelheid frisdrank in deze fles" een kwalitatieve of een kwantitatieve variabele?

De fabrikant van een bepaalde soort frisdrank produceert er dagelijks `12.000` literflessen van. Daarop staat "Inhoud: `1` L `℮` " . Twee keer per dag laat hij van `10` flessen de inhoud controleren.

d

Beschrijf wat van dit onderzoek de populatie en de steekproef is.

e

Leg ook uit hoe hij er voor zorgt dat de steekproef representatief is.

Opgave 2

De NS heeft enkele jaren geleden de bekende blauw-met-gele OV-fiets ingevoerd. Die kun je huren met behulp van je (persoonlijke) OV-chipkaart.
De NS wil onderzoeken of hun klanten tevreden zijn over het systeem met de OV-fiets.

a

Over welke statistische variabele gaat het dan? Is die variabele kwalitatief of kwantitatief?

b

Noem een aantal waarden die de variabele "klantentevredenheid OV-fietssysteem" kan aannemen.

c

Over welke populatie gaat dit onderzoek?

d

Hoe zou de NS een representatieve steekproef kunnen samenstellen?

Opgave 3

Je kunt op diverse manieren waarnemingen/metingen doen:

  • meten

  • tellen

  • vergelijken met een standaard

  • vragen stellen

  • vaststellen (iets klopt wel of niet)

a

Welke van deze manieren gebruik je bij een kwantitatieve variabele?

b

Welke van deze manieren gebruik je als je wilt vaststellen of de kleur van de verf in automatisch geproduceerde potten verf correct is?

c

Welke van deze manieren gebruik je als je wilt vaststellen of het aantal in doosjes met schroeven wel precies `50` is?

d

Welke van deze manieren gebruik je als je wilt weten of het aantal in doosjes met schroeven tussen bepaalde vastgestelde waarden ligt?

verder | terug