In een laboratorium wordt de hoeveelheid eiwit in eiersalade gemeten. Van een bepaalde
fabrikant worden
`20`
kuipjes eiersalade onderzocht. Er gaan drie laboranten mee aan het werk. Van dezelfde
`20`
kuipjes meten ze onafhankelijk van elkaar het eiwitgehalte. Je ziet hiernaast de
resultaten.
De fabrikant geeft aan dat er
`64`
% eiwit in hun eiersalade is verwerkt.
Op grond van deze verschillende uitslagen kun je iets zeggen over de juistheid en de precisie van de uitslagen.
Bekijk de gegevens van de drie laboranten.
Bepaal bij alle drie de resultaten de juistheid en de relatieve juistheid in één decimaal nauwkeurig.
Bereken van elke laborant de precisie door de relatieve spreiding te berekenen in één decimaal nauwkeurig.
Welke laborant heeft de beste juistheid en de beste precisie?
Gebruik Dixon's Q-test en een betrouwbaarheid van `95` %.
Onderzoek of er bij deze drie laboranten van uitschieters sprake is.