Conclusies trekken > z-toetsen
12345z-toetsen

Voorbeeld 2

Volgens de fabrikant is het gewicht G (in gram) van zijn pakken suiker normaal verdeeld met `µ_(G) = 1002` en `σ_(G) = 3` .
De fabrikant test zijn vulmachine door van een steekproef van 10 pakken het gemiddelde gewicht te berekenen. Hij doet uiteraard een dubbelzijdige toets.
Wat is het kritieke gebied bij een significantieniveau van 1%?

> antwoord

De hypothesetoets ziet er zo uit:

  • `text(H)_0` : `mu = 1002`

  • `text(H)_1` : `mu != 1002`

`bar(G)` is normaal verdeeld met standaardafwijking `S_(bar(G)) = 3/(sqrt(10)) ~~ 0,9487` .

Het significantieniveau is α = 0,01 en dit betekent: bereken de grenswaarden `g_1` en `g_2` waarvoor `text(P)(bar(G) lt g_1) = 0,005` en `text(P)(bar(G) gt g_2) = 0,005` .
Het significantieniveau wordt vanwege de symmetrie van de normale verdeling in twee gelijke delen verdeeld.

`text(P)(bar(G) lt g_1) = text(P)(z lt (g_1 - 1002)/(0,9487)) = 0,005` geeft: `g_1 = 999,557...`
`text(P)(bar(G) lt g_2) = text(P)(z lt (g_2 - 1002)/(0,9487)) = 0,995` geeft: `g_2 = 1004,442...`
Het kritieke gebied wordt daarom: `bar(G) le 999,5 vv bar(G) ge 1004,5` .

Opmerking: Sommige onderzoekers staan op het standpunt dat je altijd tweezijdig moet toetsen.
Er zijn immers altijd afwijkingen naar boven en naar beneden mogelijk!

Opgave 5

In Voorbeeld 2 zie je hoe je bij een tweezijdige toets te werk kunt gaan.

a

Waarom is dit een tweezijdige toets? Wat gebeurt er met de onbetrouwbaarheidsdrempel `alpha` ?

b

Voer de beschreven toets zelf uit.

c

Om de grenswaarde `g_2` te berekenen, hoef je niet met de standaardnormale tabel te werken.
Je kunt deze waarde afleiden uit die van `g_1` en de symmetrie van de grafiek.

Bekijk de opmerking onderaan Voorbeeld 2.

d

Welke gevolgen heeft het altijd tweezijdig toetsen op de betrouwbaarheid van je uitspraken?

Opgave 6

In een fabriek heeft men het vermoeden dat het koolstofgehalte van een bepaalde staalsoort groter is dan `0,200` %. In een steekproef van `80` metingen wordt een gemiddelde gevonden van `0,213` %.
De standaardafwijking van het koolstofgehalte is bekend en bedraagt `sigma = 0,041` %.

a

Formuleer een geschikte nulhypothese en een alternatieve hypothese.

b

Toets de hypothese met een significantie van `0,01` . Wat is je conclusie?

verder | terug