Conclusies trekken > f-toetsen
12345f-toetsen

Oefenen

Opgave 5
lab.A lab.B
aantal `8` `10`
`bar(X)` `25,2` `24,9`
`s_(X)` `1,8` `2,9`

Twee laboranten hebben de nitraatconcentratie `X` in mg/L van het grondwater op een bepaald perceel gemeten. Hier zie je de resultaten.

Kun je op grond van dit resultaat met een betrouwbaarheid van `95` % beweren dat laborant B minder precies is geweest? Gebruik een `f` -toets.

Opgave 6

De pH (zuurgraad) van zwemwater wordt regelmatig gemeten.
In een zwembad is de spreiding binnen de gevonden pH-waarden nogal groot en men besluit een nieuwe manier van meten te gaan hanteren. Hier zie je het verschil tussen de oude meetwaarden en de nieuwe op twee opeenvolgende dagen.

a

Bereken van beide series metingen het gemiddelde en de standaardafwijking.
Lijkt de nieuwe meetmethode preciezer te zijn?

b

Kun je met een betrouwbaarheid van `95` % vaststellen dat de nieuwe meetmethode preciezer is?

Opgave 7

Van een tiental personen worden reactietijden gemeten.
Het is de bedoeling om de reactietijd `tG` op een geluidssignaal te vergelijken met de reactietijd `tL` op een lichtsignaal. Beide reactietijden zijn in milliseconden.

a

Bereken gemiddelde en standaardafwijking van beide reactietijden.

b

Kun je met een betrouwbaarheid van `95` % vaststellen dat de reactietijden op geluid dichter bij elkaar liggen dan de reactietijden op licht? Gebruik een `f` -toets.

c

Kun je met een betrouwbaarheid van `95` % vaststellen dat de reactietijden op geluid kleiner zijn dan de reactietijden op licht? Gebruik een `t` -toets.

Opgave 8

In een medisch laboratorium worden voortdurend cholesterolgehaltes in bloedmonsters bepaald. De gebruikte apparatuur wordt elk uur gecontroleerd met behulp van een ijkmonster. Hiervan is bekend dat het gemiddelde `175` mg per `100` mL zou moeten zijn met standaardafwijking `10` mg/dL.
De controlemetingen aan het ijkmonster leveren op: `168` , `170` , `188` , `170` , `174` , `190` , `188` , `171` .

a

Waarom kun je in deze situatie een `f` -toets toepassen om na te gaan of de controlemetingen even precies zijn als de standaardmetingen?

b

Is er met een betrouwbaarheid van `95` % reden om aan te nemen dat de meetapparatuur niet nauwkeurig meer werkt?

verder | terug