Verbanden > Verbanden en variabelenVoorbeeld 2
Voor Behzad's busvervoer betaalt hij € 0,17 per kilometer plus het vaste bedrag van € 1,00 extra per rit. De reiskosten (euro) hangen nu weer af van de afstand (km) die hij reist. Er is een verband tussen de variabelen reiskosten en afstand.
Vul deze tabel verder in en maak er een grafiek bij.
| afstand (km) | 0 | 5 | 10 | 15 | 20 | 25 |
| reiskosten (euro) | 1,00 |
Vermenigvuldig steeds de afstand met `0,17` .
Bij de uitkomsten tel je nog `1,00` op.
Je krijgt:
| afstand (km) | 0 | 5 | 10 | 15 | 20 | 25 |
| reiskosten (euro) | 1,00 | 1,85 | 2,70 | 3,55 | 4,40 | 5,25 |
Bekijk de grafiek in
Geeft deze grafiek een goed beeld van de reiskosten?
Als je `12` km reist, wat zijn dan je reiskosten?
Kun je nu zeggen dat je twee keer zoveel reiskosten hebt als je twee keer zover moet? Geef een voorbeeld.
In 2021 waren de maximale kosten voor het vervoeren met een taxi vastgelegd door de Rijksoverheid:
-
starttarief: € 3,29
-
prijs per gereden km: € 2,42
-
prijs per minuut: € 0,40
Iemand wil met een taxi van huis naar het station. De afstand is `4,5` km en daar deed de taxi `9` minuten over.
Hoeveel kost deze rit maximaal?
Over welke drie variabelen gaat een rit met de taxi? Schrijf ook de eenheden op die erbij horen.
Waarom is het tekenen van een grafiek nu niet zo eenvoudig?