Verbanden > Formules opstellen
123456Formules opstellen

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

reiskosten `=` afstand `xx 0,17 + 1,00` .

b

Je vult `12` in voor afstand, dan krijg je reiskosten `= 12 × 0,17 + 1,00 = 3,04` euro.

Opgave 1
a

lengte `= 20 - 0 xx 2 = 20` cm.

b

lengte `= 20 - 7 xx 2 = 6` cm.

c

lengte `= 20 - 10 xx 2 = 0` cm.

Opgave 2
a

lengte `= 20 - 4,5 xx 2 = 11` cm.

b

brandtijd = 6 + 23 / 60.

c

lengte `= 20 - 6 23/60 xx 2 = 7 17/60` cm.

d

Omdat het in werkelijkheid onmogelijk is om de lengte van een kaars zo nauwkeurig vast te stellen, zeker als hij aan het opbranden is.

Opgave 3
a

`15 -5 ×0,5 =12,5` cm.

b

lengte `= 15 -` brandtijd `xx 0,5`

Opgave 4
a

Je hoeft niet precies hetzelfde te hebben als in het voorbeeld.
Ook kan reiskosten `= 1,00 +` afstand `xx 0,17` .
Of: reiskosten `=0,17 xx` afstand `+ 1,00` .

b

reiskosten `= 24,5 xx 0,17 + 1,00 = 5,165` euro. Hij moet dus € 5,17 betalen.

Opgave 5
a

Na `4` uur: `21-3=18` cm.
Na `5` uur: `18-3=15` cm.

b

Je mag ook nu wat anders hebben dan in het voorbeeld.
Ook goed is (bijvoorbeeld) lengte `= 30 - 3xx` tijd.

c

lengte `= 30 - 5 xx 3 = 15` cm en dat heb je bij a ook gevonden (als het goed is).

Opgave 6
a

`4` cm, want `4 xx 3 = 12` .

b

`2` cm, want `6 xx 2 = 12` .

c

lengte `xx` breedte `=12` cm2

Opgave 7
a

De variabelen zijn jaarverbruik (m3) en kosten (euro). De eenheden zijn m3 en euro.

b

kosten `=` jaarverbruik `xx 1,31 +50,70`

Opgave 8
a

`750/15 = 50` cm.

b

`750/150 = 5` cm.

c

lengte `xx` breedte `=750` cm2

Opgave 9
a

Tussen de variabelen tijd en prijs.

b

Bedrijf A: prijs `=` tijd `xx 2,50 +3,00`

Bedrijf B: prijs `=` tijd `xx 3,00 +1,50`

Opgave 10
a

Evert had al € 20,00 in zijn spaarpot zitten, toen hij begon met sparen. Daarna komt daar elke week € 3,00 zakgeld bij.

b

spaargeld `=20 +3,00 xx` aantal weken

Opgave 11
a

Tussen de variabelen oppervlakte (m2) en prijs (euro).

b

SuperParket: prijs `=75 xx` oppervlakte, waarbij de oppervlakte in m2 is.

c

Woonwinkel: prijs `=80 xx` oppervlakte `-100` , waarbij de oppervlakte in m2 is.

Opgave 12Kosten treinreis schatten
Kosten treinreis schatten
a

`104 xx 0,163 + 2,50 = 19,452` en dat is afgerond op centen € 19,45.

b

Te hoge, want met zijn berekening komt er al meteen per km `16,3` cent bij.

c

Bijvoorbeeld: reiskosten `=` afstand `xx 0,163 + 2,50` .

d

`50 xx 0,163 + 2,50 = 10,65` euro.

e

`150 xx 0,163 + 2,50 = 26,95` euro.

f

Kennelijk zijn de prijzen per km bij grotere afstanden lager.

Opgave 13
a

Tussen de variabelen aantal folders en de totale kosten.

b

totale kosten `=7,50 +0,10 ×` aantal folders

c

totale kosten `=7,50 +0,10 × 100 = 17,50` euro.

Opgave 14
a

De waterhoogte stijgt met `40` cm per uur.

b

waterhoogte `=40 ×` tijd, hierbij is tijd in uren.

verder | terug