Lineaire verbanden >

Testen

Opgave 6

Maandag regent het vanaf 8:00 uur voortdurend. Het water in een cilindervormige regenmeter stijgt elke `10` minuten gelijkmatig met `6` mm. Om 8:00 uur was de regenmeter leeg. De waterhoogte wordt aangegeven door `h` in millimeters en de tijd door `t` in minuten met `t=0` om 8:00 uur.

a

Waarom is `h` recht evenredig met `t` ?

b

Welke formule geeft het verband tussen `h` en `t` ?

c

Teken een grafiek van `h` afhankelijk van `t` .

d

Welk hellingsgetal heeft deze grafiek?

e

Na hoeveel minuten regenen is de waterhoogte `20` mm?

Opgave 7

Een cilindervormige regenmeter wordt 's avonds geleegd. Het regent 's nachts een beetje. Om 8:00 uur de volgende dag staat er `21` mm water in de meter. Dan regent het zo hard dat er elke `10`  minuten `5,5` mm water bijkomt.
De waterhoogte wordt aangegeven door `h` in millimeters en de tijd door `t` in minuten.

a

Welke formule geeft het verband tussen `h` en `t` ?

b

Teken een grafiek van `h` afhankelijk van `t` .

c

Waarom is `h` nu niet recht evenredig met `t` ?

d

Welk hellingsgetal heeft deze grafiek?

e

Als het minder hard regent, wordt het hellingsgetal dan groter of kleiner?

f

Hoelang na 8:00 uur blijft de waterhoogte in de regenmeter onder de `50` mm? Geef je antwoord in minuten nauwkeurig.

Opgave 8

Los de vergelijkingen op.

a

`5*x + 30 = 32 + x`

b

`320 + 2,5*a = 4,25*a`

c

`36 - 0,14*x = 22 + 0,5*x`

d

`1/3 * x - 2 = 5/6 * x - 3 1/3`

Opgave 9

Een school huurt voor € 2500,00 per jaar een kopieermachine voor de leerlingen.
De school heeft uitgerekend dat elke kopie aan papier en inkt € 0,05 kost. Die € 0,05 komt extra bij het bedrag dat de leerlingen per kopie moeten betalen. De variabele `a` is het aantal kopieën dat leerling per jaar met deze machine maken.

a

Stel een formule op voor de kosten `K` in euro per jaar die de school maakt afhankelijk van  `a` .

d

Van welk soort verband is er nu sprake? Teken een bijpassende grafiek voor `0` tot en met `50000`  kopieën.

e

Hoeveel kopieën per jaar moeten er worden gemaakt om met een prijs voor de leerlingen van € 0,20 per kopie uit de kosten te komen?

Opgave 10

Los de ongelijkheid `7 -2 x < 0,5 x+1` op.

verder | terug