Lineaire verbanden > Recht evenredigVoorbeeld 1
Henk rijdt met een constante snelheid op een rechte polderweg van
`A`
naar
`B`
.
Op tijdstip
`t=0`
start hij bij
`A`
, en hij fietst met
`15`
km per uur.
-
Is de afstand `s` die hij heeft afgelegd van `A` recht evenredig met de tijd `t` ?
-
Geef een formule voor `s` in km afhankelijk van de tijd `t` in uren.
-
Hoe bereken je de tijd `t` die Henk nodig heeft om `20` km af te leggen?
Hij heeft een constante snelheid van
`15`
km/uur.
Na
`1`
uur heeft hij
`15`
km afgelegd.
Na
`2`
uur heeft hij
`2*15=30`
km afgelegd.
Als het aantal uren verdubbelt, wordt ook de afgelegde afstand twee keer zo groot.
Dus is
`s`
recht evenredig met
`t`
.
De bijbehorende formule is `s = 15*t` met `t` in uren.
Om de tijd te berekenen die nodig is voor een afstand van `s=20` kun je met het rekenschema werken.
Bij `s=20` ga je dan terugrekenen:
Dus `t = 20/15 = 1 1/3` uur en dat is `1` uur en `20` minuten.
Bekijk
Waarom is `s` recht evenredig met `t` ?
Hoe ziet de grafiek uit het voorbeeld van `s` afhankelijk van `t` er uit?
Welke afstand heeft Henk na `1,5` uur afgelegd?
Na hoeveel tijd heeft Henk `25` km afgelegd?
Een automobilist is onderweg naar Berlijn en zet zijn cruisecontrol (snelheidsbegrenzer) op `120` km/uur. Dat moment geldt als `t=0` waarin `t` de tijd in uren is.
Waarom is vanaf dat moment zijn afgelegde afstand `s` (in km) recht evenredig met `t` ?
Hoeveel is de evenredigheidsconstante?
Na hoeveel tijd heeft deze automobilist `300` km afgelegd?