Los de lineaire vergelijking `1,5*x + 2 = 95` op.
De variabele staat maar op één plek, dus je kunt er een rekenschema bij maken:
Daarbij past het terugrekenschema:
Dus eerst `95-2=93` en dan `x=93//1,5 = 62` .
De oplossing is `x=62` .
Bekijk
`1,5*x + 2 = 65`
`5*a + 24 = 138`
`text(-)2*p + 36 = 18`
`5,36*g - 44,10 = 20,22`
Voor een toets kun je maximaal `36` punten halen. De docent berekent bij deze toets het cijfer door bij het behaalde aantal punten vier op te tellen en dan de uitkomst daarvan te delen door vier.
Stel het behaalde aantal punten voor door
`p`
en het cijfer door
`c`
.
Geef de rekenwijze van de docent door een rekenschema
te maken.
Stel een bijpassende formule op.
Hoeveel punten moet je halen voor een
`7,5`
?
Gebruik een terugrekenschema.