Lineaire verbanden > Terugrekenen
123456Terugrekenen

Voorbeeld 2

Bij een prepaid telefoonabonnement koop je vooraf beltegoed. Bijvoorbeeld een tegoed van € 50,00.
Als elke minuut bellen € 0,25 kost, is je beltegoed `B` nog uitsluitend afhankelijk van het aantal belminuten `a` . Er geldt: `B=50 -0,25*a` .

Je wilt berekenen na hoeveel belminuten het beltegoed op is.

> antwoord

Je moet oplossen `50 - 0,25*a = 0` .

In deze vorm is het niet gemakkelijk om een rekenschema te maken. Bijvoorbeeld omdat vermenigvuldigen voor aftrekken gaat.

Schrijf de vergelijking daarom eerst als `50 + text(-)0,25*a = 0` en dan als `text(-)0,25*a + 50 = 0` .

Het rekenschema wordt dan:

En het terugrekenschema wordt:

Dus je vindt `a = 200` belminuten.

Opgave 5

Bekijk het Voorbeeld 2.

a

Kon je zelf snel uitrekenen na hoeveel belminuten je geen beltegoed meer hebt bij zo'n prepaidabonnement?

b

Waarom leer je toch werken met een terugrekenschema?

Sylvana heeft zo'n prepaidabonnement met € 50 beltegoed.
Zij betaald € 0,16 per belminuut.

c

Welke formule geldt voor haar beltegoed? Gebruik dezelfde variabelen.

e

Maak een bijpassend rekenschema.

f

Bereken na hoeveel belminuten haar tegoed op is.

Opgave 6

Een cilindervormige kaars brandt gelijkmatig op, `t` is de brandtijd in uren. De kaars wordt elk uur `1,5` cm korter. Op `t=0` is hij `25`  cm lang. Dus kun je voor de lengte `L` (in cm) van de kaars deze formule opstellen: `L=25 -1,5*t` .

a

Welke vergelijking moet je oplossen als je wilt weten na hoeveel tijd de kaars nog `10` cm lang is?

b

Los die vergelijking op door terugrekenen.

c

Bereken in minuten nauwkeurig na hoeveel tijd de lengte van de kaars nog `5` cm is.

d

Bereken in minuten nauwkeurig na hoeveel tijd de kaars op is.

verder | terug