Je ziet hier de grafieken van twee lineaire verbanden `A = 0,5*x + 3` en `B = 0,74*x + 2` .
Los in twee decimalen nauwkeurig de ongelijkheid `0,5*x + 3 lt 0,74*x + 2` op.
Bereken eerst de `x` -waarde van het snijpunt van beide grafieken:
`0,5*x + 3` | `=` | `0,74 * x + 2` |
beide zijden
`- 3`
|
`0,5*x` | `=` | `0,74*x - 1` |
beide zijden
`- 0,74*x`
|
`text(-)0,24*x` | `=` | `text(-)1` |
beide zijden delen door
`text(-)0,24`
|
`x` | `=` | `text(-)1 // text(-)0,24 = 4,1666...` |
In de grafiek zie je dat de grafiek van `A` onder die van `B` ligt als je rechts van het snijpunt zit. Dat betekent dat `A lt B` als `x gt 4,1666...` .
Op twee decimalen nauwkeurig is de oplossing: `x gt 4,17` .
Bekijk in
Controleer dat de formules en de grafieken overeenkomen.
Reken zelf de oplossing van de vergelijking na.
Los op in twee decimalen nauwkeurig: `0,5*x + 3 gt 0,74*x + 2`
Je wilt de ongelijkheid `20 + 1,6*x > 30 + 0,8*x` oplossen.
Maak eerst de grafieken van `L = 20+1,6*x` en `R=30+0,8*x` in één figuur.
Los de bijbehorende vergelijking op.
Schrijf de oplossing van de ongelijkheid op.