Statistiek > Schatten
123456Schatten

Verwerken

Opgave 7

In een klas zijn voor een toets de volgende cijfers behaald:

6,5 9,3 5,2 6,1 6,2 6,2 2,6 3,6 9,6 7,9
7,4 8,4 7,1 4,4 9,0 8,3 8,3 4,8 8,2 6,5
6,5 5,8 6,4 5,4 6,0 6,2 7,2 5,8 6,3 6,9
a

Bepaal de variatiebreedte.

b

Als je een staafdiagram van deze gegevens wilt maken is het verstandig om eerst een klassenindeling te maken. Waarom is dat?

c

Maak een klassenindeling van de resultaten en teken het staafdiagram. Welke klassen liggen hier voor de hand?

d

Bepaal de modale klasse.

e

In welke klasse ligt de mediaan? Hoeveel wordt de mediaan naar schatting?

f

Hoeveel wordt het eerste kwartiel naar schatting?

Opgave 8

Op een school is gedurende een jaar elke schooldag bijgehouden hoeveel leerlingen er ziek waren. Je ziet de gegevens hier verwerkt in een staafdiagram. De laatste klasse bevat in feite alle dagen dat het aantal zieken `50` of meer was.

a

Hoeveel schooldagen waren er dat jaar?

b

Schat de mediaan.

c

Schat het gemiddelde aantal zieke leerlingen per dag in gehelen. Neem voor de laatste klasse als klassenmidden `55` .

d

Je hebt voor de laatste klasse als klassenmidden `55` genomen. Voor welke centrummaat is die keuze van belang? Licht je antwoord toe.

Opgave 9
lengteklasse frequentie
`150 - < 160` `3`
`160 - < 170` `17`
`170 - < 180` `34`
`180 - < 190` `4`
`190 - < 200` `2`
totaal `60`

De lengtes in cm van `60` leerlingen zijn in klassen ingedeeld. Je kunt nu het gemiddelde alleen nog schatten want je weet de ruwe data niet.

a

Bepaal de modale klasse.

b

Hoe schat je het gemiddelde? Bereken deze schatting.

c

Schat de mediaan.

d

Schat de kwartielen en teken een bijpassend boxplot.

Opgave 10

Hier zie je in één staafdiagram de resultaten van het gooien met een 200 grams kogel van een groep van `74` brugklasleerlingen. Er zijn afzonderlijke diagrammen voor de jongens en de meisjes. Alle geworpen afstanden zijn tot op `0,5` m nauwkeurig gemeten. Elke klasse is door het klassenmidden aangegeven.

a

Maak bij beide staafdiagrammen een boxplot.

b

Maak een schatting van het gemiddelde van de jongens en de meisjes afzonderlijk.

c

Kun je concluderen dat jongens van die leeftijd verder gooien dan meisjes? Licht je antwoord toe.

verder | terug