Plaatsbepalen > Coördinaten
12345Coördinaten

Uitleg

Om de plaats van een punt in een vlak vast te leggen, gebruik je een rooster. Je kiest een startpunt en tekent vanaf dat punt een horizontale liniaal en een verticale liniaal.

Het startpunt heet de oorsprong `O` .
De horizontale liniaal heet `x` -as en de verticale liniaal heet `y` -as.
Elk punt krijgt dan een `x` -coördinaat en een `y` -coördinaat die je samen tussen haakjes zet.

In de figuur kun je de coördinaten van het punt `A` aflezen: twee getallen tussen haakjes met de `x` -coördinaat voorop. Dus hier `A(2, 4)` .
De punten die precies liggen op een plek waar twee roosterlijnen elkaar snijden, heten roosterpunten.

Opgave 1

Maak gebruik van de applet van de Uitleg . Verschuif punt `A` naar `B(5, 2)` , `C(2, 5)` , `D(8, 1)` , `E(0, 9)` , `F(9, 0)` en `G(7, 7)` . Je kunt ook gebruik maken van het assenstelsel op het werkblad en de punten daarop tekenen.

Opgave 2

Je ziet een rooster waarop een assenstelsel is getekend. Verder is er een aantal punten aangegeven.

a

Welke coördinaten heeft de oorsprong `O` ?

b

Schrijf de coördinaten van de getekende punten op.

c

Schrijf de coördinaten op van drie punten op de `x` -as.

d

Schrijf de coördinaten op van drie punten op de `y` -as.

verder | terug