Teken de punten op de kaart en bepaal de handigste route.
Een handige route lijkt:
`D, B, E, A, C`
.
Jannes heeft de `x` -coördinaat en de `y` -coördinaat verwisseld.
Al alles goed gaat, krijg je een ster met vier punten.
Verbind de punten in de volgorde `A, E, D, B, F, C, A` .
Omdat wegen op de kaart tussen twee punten meestal niet precies recht zijn, maar vaak nogal bochtig.
`D(2, 7)`
`25` roosterpunten.
De stippellijnen zijn de diagonalen.
`S(2, 3)` .
`(1, 2)` , `(1, 3)` , `(1, 4)` , `(2, 1)` , `(2, 2)` , `(2, 3)` , `(2, 4)` , `(2, 5)` , `(3, 2)` , `(3, 3)` , `(3, 4)` .
`(1; 1,5)` , `(3; 1,5)` , `(1; 4,5)` en `(3; 4,5)` .
Teken de punten in een assenstelsel. De kortste route is `S, D, A, B, E, C, F, S` .
`C(2, 5)` .
Teken de diagonalen van de vlieger. Het snijpunt is `S(3,5; 3,5)` .
`12` roosterpunten.
Zie de figuur bij c.
`(2, 3)` , `(6, 1)` en `(8, 0)` .
Maak gebruik van je geodriehoek om lijn `l` te tekenen.
Ja, trek de lijn door. Vanuit elk roosterpunt ligt het volgende roosterpunt op de lijn steeds `1` stap naar rechts en `2` omhoog.
Dit wordt het "oog" van de pinguïn.
Het is vooral precisiewerk. Je moet geen fouten maken, want dan krijg je misvormde figuren.
Zie figuur.
De route `O, D, A, C, E, B, O` .
Alleen `O` , `A` en `E` .