Plaatsbepalen > Schaallijnen
12345Schaallijnen

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

`1 : 10000` betekent dat elke cm in werkelijkheid `10000` cm is en dat is `100` m.
(Want centimeter betekent honderdste meter.)

b

`200` m.

c

Gebruik de applet en je vindt ongeveer `3,4` keer de schaallijn en dat is ongeveer `680` m.

d

€ 0,68.

e

Voordelen: simpel rekenwerk, afstanden kun je vooraf gemakkelijk vaststellen en hangen niet af van omleidingen, rare kronkels in de weg, etc.

Nadelen: bijna altijd is de werkelijke route langer dan de afstand tussen twee punten, er is geen rekening gehouden met de tijd/afstand voor het ophalen van het pakket, moet je niet iets rekenen voor een centraal punt waar vandaan de fietskoeriers vertrekken, etc.

Opgave 1

Op de linker schaallijn is `5` cm gelijk aan `20text(.)000` cm. De schaal is dan `1 : 4000` .
Op de rechter schaallijn is `5` cm gelijk aan `5text(.)000text(.)000` cm. De schaal is dan `1 : 1text(.)000text(.)000` .

Opgave 2
a

De H: `24 xx 5 = 120` m.
De N: `~~ (2 xx 3,8 + 2 xx 3,2 + 2 xx 7) xx 5 = 210` m.

b

De H: `11 xx 5 xx 5 = 275` m2.
De N: `~~(10 + 3,6) xx 5 xx 5 = 340` m2.

Opgave 3
a

Teken bijvoorbeeld een schaallijn met een lengte van `2` cm en zet er aan het begin een `0` en aan het einde een `1` bij.

b

Elke cm in de tekening is in werkelijkheid `0,5` cm.

c

Nee, elke oppervlakte-eenheid wordt zowel in de lengte als in de breedte `2` keer zo groot. De oppervlakte wordt dus `4` keer zo groot.

Opgave 4
a

`3,5 xx 200 = 700` cm, dus `7` m.

b

`350 // 200 = 1,75` cm.

c

`1 xx 200 = 200` mm en dus `20` cm.

c

`20 xx 20 = 400` cm2.

Opgave 5
a

Op de kaart `8,5` cm dus ongeveer `4,25` km.

b

Op de kaart ongeveer `28,0` cm dus `14,0` km.

Opgave 6
a

Doen, antwoord is redelijk.

b

`14,5 : 9.700.000` is ongeveer `1 : 668966` en dus inderdaad ongeveer `1 : 670.000` .

c

Dat kan wel ongeveer, het hangt er sterk vanaf waartussen in Amersfoort en Apeldoorn je meet.

Opgave 7

`6,5 : 1text(.)300text(.)000 = 1 : 200text(.)000`

Opgave 8

Ongeveer `5 : 347text(.)600text(.)000 ~~ 1 : 70text(.)000text(.)000` .

Opgave 9

Figuur I:
Omtrek `16` roosterhokjes dus `8` cm is in werkelijkheid `20` m.
Oppervlakte `7` roosterhokjes dus `1,75` cm2 is in werkelijkheid `10,9375` m2.

Figuur II:
Omtrek ongeveer `8,9` cm is in werkelijkheid `22,25` m.
Oppervlakte `2,75` cm2 is in werkelijkheid `17,1875` m2.

Opgave 10
a

`120` m lang en `75` m breed.

b

Op de tekening `12 xx 7,5 = 90` cm2 en in werkelijkheid `120 xx 75 = 9000` m2.

Opgave 11

`16,6 : 16.600.000 = 1 : 100.000` .

Opgave 12
a

`13,9` cm lang, `8,4` cm breed, `8,6` cm hoog.

b

`1 : 36` .

Opgave 13Naar de Waag en het stadhuis
Naar de Waag en het stadhuis
a

Ongeveer `650` m.

b

Ongeveer `700` m.
Het verschil is niet heel groot, want de weg van het station naar de Waag is behoorlijk recht.

c

Nu moet je over de weg meten, dat is veel lastiger. Er zijn ook meerdere routes mogelijk.
Het is ongeveer `200` m via de Zandpoort naar het Wellepad, dan ongeveer `350` m naar de straat die dan weer naar de Grote Kerk leidt. Die straat moet je nog ongeveer `100` m inlopen. Totaal ongeveer `650` m.

d

De kortste weg lijkt op de kaart door de Kleine Overstraat te gaan, `200` m tot aan de Vleeshouwerstraat. Dan tussendoor via Vleeshouwerstraat en Kleine Poot ongeveer `100`  m en nog `100`  m naar de Grote Kerk. Totaal ongeveer `400` m. Dat is `250` m minder dan de vorige route.

Opgave 14Bezorgroute in Deventer Centrum
Bezorgroute in Deventer Centrum
a

Dat lijkt `C, E, B, D, F, A` te zijn. Je moet wel over de straten fietsen!

b

Bepaal eerst voor elk punt de (hemelsbrede) afstand vanaf het stadhuis bij `(5,5; 3)` .
Vermenigvuldig elk van die afstanden met `1,20` en tel daar nog `0,50` bij op.
Tel vervolgens alle bedragen op.

Naar punt `A` dus ongeveer `0,450xx1,20+0,50=1,04` .
Naar punt `V` dus ongeveer `0,600xx1,20+0,50=1,22` .
Etc.

Opgave 15Routeplanner
Routeplanner
a

Doen, kies als beginpunt en eindpunt bijvoorbeeld beide centrale treinstations.

b

Eigen antwoord.

c

Laat je schaalberekening controleren.

d

Eigen antwoord, laat het weer controleren.
Neem bijvoorbeeld je route van huis naar school.

e

Eigen antwoord, laat het weer controleren.

Opgave 16
a

Ongeveer `26,6` cm.

b

Ongeveer `13,3` km.

Opgave 17

Figuur I: omtrek `9` m, oppervlakte `2` m2.

Figuur II: omtrek ongeveer `6,4` m, oppervlakte `2,5` m2.

verder | terug