Ruimtelijke figuren > Grensvlakken, ribben
1234567Grensvlakken, ribben

Uitleg

Je ziet hier houten uitvoeringen van ruimtelijke figuren. Om over hun eigenschappen te kunnen praten moet je enkele afspraken maken.

Neem bijvoorbeeld de kubus.
Die heeft zes zijkanten, die grensvlakken worden genoemd.
Verder heeft hij acht hoekpunten. Door die hoekpunten van letters te voorzien, kun je bijvoorbeeld spreken over grensvlak `ABCD` . Je plaatst die letters meestal zoals je in de figuur ziet: begin linksonder aan de voorkant met `A` en voorzie dan het grondvlak tegen de klok in van `B` , `C` en `D` . Voor het bovenvlak begin je linksboven aan de voorkant met `E` en dan plaats je de andere letters tegen de klok in.

De rechte randen van de ruimtelijke figuur heten ribben. Nu kun je bijvoorbeeld spreken over ribbe `AB` , etc.

Van een kubus zijn alle grensvlakken platte vlakken, een bol bijvoorbeeld heeft alleen één gebogen grensvlak en geen ribben, een kegel heeft één plat cirkelvormig grensvlak (het grondvlak) en één gebogen grensvlak. De kegel heeft één hoekpunt, de top.

Opgave 1

Vul de tabel in.

 

aantal
hoekpunten

aantal
ribben

aantal platte
grensvlakken

aantal gebogen
grensvlakken

kubus        
balk        
zeszijdig prisma        
zeszijdige piramide        
kegel        
bol        
cilinder        
Opgave 2

In deze tekening van een balkvormige doos staan slechts enkele letters bij de hoekpunten.

a

Zet op het werkblad de overige letters bij de hoekpunten.

b

Welk vlak is het achtervlak en welke vorm heeft het?

c

`A B = 4` dm. Welke ribben zijn ook `4` dm lang?

d

`B C = 3` dm en `A E = 3,5` dm. Hoe groot is de oppervlakte van grensvlak `BCGF` ?

e

Welk grensvlak is gelijk aan grensvlak `BCGF` ?

f

Hoeveel dm2 is de totale buitenoppervlakte van deze doos?

verder | terug