Ruimtelijke figuren > Ruimtelijk tekenen
1234567Ruimtelijk tekenen

Uitleg

Dit zou een kubus moeten zijn want alle ribben zijn even lang getekend. Maar hij lijkt er niet op. Bij het tekenen van een ruimtelijke figuur:

  • teken je lijnstukken die "naar achteren lopen" korter dan ze in werkelijkheid zijn;

  • teken je lijnstukken die "naar achteren lopen" schuin naar achteren.

Deze tweede figuur lijkt wel op een kubus.
Maar je moet wel weten dat het een kubus moet voorstellen!
Want in werkelijkheid staan ribben `A B` en `B C` loodrecht op elkaar, maar in de figuur zit daar geen rechte hoek.
Ook zijn niet alle ribben even lang, wat bij een kubus wel hoort.
Wel zijn evenwijdige lijn(stukk)en ook evenwijdig in de figuur.

In de tekening zie je hoe ribbe `BC` is getekend. Die ribbe is in werkelijkheid vier hokjes lang. Maar je gaat vanaf `B` eerst twee hokjes naar rechts en één hokje omhoog. Deze aanpak kun je in elke tekening van een ruimtelijke figuur toepassen.

Opgave 1

Je ziet het begin van een balk `A B C D . E F G H` op roosterpapier. In werkelijkheid heeft de balk een lengte van `5` cm, een breedte van `4` cm en een hoogte van `3`  cm.

a

Neem de figuur over en maak hem af. Zet de letters op de juiste plaats bij de balk. Denk om het stippelen van de lijnen die je in werkelijkheid niet kunt zien als de balk een massief lichaam is.

b

Welke ribben zijn even lang als ribbe `BC` ?

c

Waarom zijn ribbe `B C` en alle ribben die even lang zijn niet op ware grootte getekend?

Opgave 2

Maak de volgende figuren op het werkblad af door de ontbrekende lijnstukken te tekenen en op een logische manier letters bij de hoekpunten te zetten. Sommige lijnstukken moeten worden gestippeld.

verder | terug