Ruimtelijke figuren > Diagonaalvlakken
1234567Diagonaalvlakken

Verwerken

Opgave 7

Je ziet een balk van `4` cm bij `4` cm bij `5` cm.

a

Teken deze balk met daarin diagonaalvlak `BCEH` en lichaamsdiagonaal `EC` .

b

Teken het diagonaalvlak `BCEH` op ware grootte.

c

Bepaal de lengte van de lichaamsdiagonaal.

Opgave 8

Van de vierzijdige piramide `ABCD.T` zijn alle ribben `6` cm.

a

Teken een uitslag van de piramide.

b

Benoem de diagonaalvlakken van de piramide. Welke vorm hebben ze? Wat zijn de afmetingen ervan?

Opgave 9

De afmetingen van een bakje met deksel zijn `7,2` cm bij `7,2`  cm bij `3`  cm. Ga ervan uit dat het bakje de vorm van een balk heeft.

Hoe lang kan het langste potlood zijn dat nog in dit bakje past?

Opgave 10

In dit prisma is een diagonaalvlak getekend. Het prisma is `5`  cm hoog en het grondvlak is ernaast getekend .

a

Hoeveel diagonaalvlakken van dit prisma hebben de vorm van een rechthoek?

b

Teken het kleinste rechthoekige diagonaalvlak op ware grootte.

c

Hoe lang is de kortste lichaamsdiagonaal (van een rechthoekig diagonaalvlak) in dit prisma?

verder | terug