Kijkmeetkunde > Kijklijnen
123456Kijklijnen

Verwerken

Opgave 6

Je ziet hier de plattegrond van een basisschool. Veel lokalen hebben naast een (ondoorzichtige) deur ook ramen die uitkijken op de hal. Verder is de plaats waar de leerkracht aan zijn bureau zit met een rode punt aangegeven. De figuur staat ook op het werkblad.

a

Welke twee leerkrachten zien het grootste deel van de hal van deze school als ze aan hun bureau zitten?

b

Geef het deel dat de leerkracht van groep 4 van de hal ziet in de figuur aan.

c

Doe hetzelfde met het deel van de hal dat de leerkracht van groep 5 ziet.

d

Welk deel overzien ze allebei?

e

Welk deel van de hal ziet minstens één van beiden?

f

De leerkrachten van groep 2 en groep 6 kunnen ook in de hal kijken. Geef aan welk deel zij wel kunnen zien, maar de leerkrachten van groep 4 en 5 niet.

Opgave 7

Je ziet hier een verkeerssituatie met twee fietsers en twee auto's en een voetganger. De donkergrijze gebieden zijn hoge gebouwen.

a

Kan de bestuurder van auto A fietser 1 zien? En kan de bestuurder van auto A auto B zien?

b

Geef in de tekening op het werkblad aan welk gebied de bestuurder van A kan overzien.

c

Kan de bestuurder van auto B fietser 2 zien?

d

Leg uit waarom verkeer van rechts voorrang heeft.

Opgave 8

Een stuurman bestuurt vanuit de kajuit een binnenschip. Het schip zie je hieronder van drie kanten getekend. De plaats van de stuurman is met een punt aangegeven.

Geef in deze figuren op het werkblad aan welk gebied om het schip de schipper niet kan zien.

Opgave 9

Je kijkt hier bovenop een tafel met daarop een blauwe balk, een rode en gele kubus en een lichtblauwe en groene bol. De figuur is ook op het werkblad te vinden.

Iemand kijkt van de zijkant naar dezelfde tafel. Met behulp van kijklijnen kun je de positie van de kijker bepalen. Teken op het werkblad twee kijklijnen en bepaal daarmee de positie van de kijker.

verder | terug