Hier zie je een model van een houten kist op schaal
`1 : 10`
.
Van de werkelijke kist zijn alle afmetingen dus
`10`
keer zo groot.
Van dit schaalmodel is de oppervlakte
`424,32`
cm2.
Hoe zit het nu met de oppervlakte van de werkelijke kist?
De vergrotingsfactor is
`10`
.
De oppervlakte is daarom
`10xx10 = 100`
keer zo groot.
De oppervlakte van de werkelijke kist is dus
`424,32 * 100 = 42432`
cm2.
Bekijk het schaalmodel van een kist in
Bereken de oppervlakte van dit schaalmodel zelf na.
De inhoud van het model is `511,56` cm3, want de wanden van de echte houten kist zijn `10` mm dik.
Laat zien dat dit klopt.
Bereken de inhoud van de werkelijke kist.
Er wordt een tweede kist gemaakt van dit zelfde schaalmodel. De schaal daarvan is `1 : 5` .
Is die kist groter of kleiner dan de eerste? Hoeveel bedraagt de lengtevergrotingsfactor van deze kist ten opzichte van de eerste?
Bereken de oppervlakte van de tweede kist vanuit die van de eerste kist.
Bereken de inhoud van de tweede kist vanuit die van de eerste kist.