Om de oppervlakte van een figuur te bepalen kun je soms handig gebruikmaken van oppervlakteformules.
De oppervlakte van een rechthoek kun je berekenen met lengte
`ยท`
breedte.
Noem je de lengte
`l`
en de breedte
`b`
, dan geldt de formule:
oppervlakte(rechthoek)
`=l*b`
Voor de oppervlakte van de rechthoekige driehoek, geldt:
oppervlakte(rechthoekige driehoek)
`=1/2 * l * b`
Voor de oppervlakte van een vierkant (dus lengte
`=`
breedte
`=`
zijde
`=z`
) geldt:
oppervlakte (vierkant)
`=z*z=z^2`
Weet je de oppervlakte van een vierkant, dan kun je daaruit ook de zijde berekenen:
`z=sqrt(oppervlakte (vierkant))`
Van figuren met andere vormen kun je vaak de oppervlakte uitrekenen door de oppervlaktes van hele en halve rechthoeken te gebruiken.
Bekijk de drie rechthoeken en rechthoekige driehoek.
Waarom moet je de oppervlakte van deze figuren berekenen met behulp van een oppervlakteformule?
Bereken van elk van deze vier figuren de exacte oppervlakte.
Van een rechthoek met lengte `l` en breedte `b` kun je gemakkelijk de omtrek berekenen. Welke formule geldt voor de omtrek van een rechthoek?
Bereken de exacte omtrek van de figuren I, II en III.
Hoe kun je van figuur IV de omtrek bepalen?
In de
Bereken de exacte oppervlakte van een vierkant met zijden van `4,7` mm.
Bereken de lengte van de zijde van een vierkant met een oppervlakte van `15` mm2 in tienden van millimeters nauwkeurig.
Welke formule geldt voor de omtrek van een vierkant met zijde `z` ?