Meetkundige berekeningen > Lengtes berekenen
123456Lengtes berekenen

Uitleg

Als `∆ ABC` een rechthoekige driehoek is, dan geldt de stelling van Pythagoras.
Omdat in deze driehoek `AC` de langste zijde (hypotenusa) is, geldt

`AB^2+BC^2=AC^2`

ofwel:

`5^2+BC^2=6^2`

Hieruit kun je `BC^2` berekenen door aan beide zijden `5^2` af te halen:

`BC^2 = 6^2 - 5^2` .

Zo vind je `BC = sqrt(11) ~~ 3,32` .

Je ziet, dat je de stelling van Pythagoras ook kunt gebruiken om rechthoekszijden uit te rekenen.

Opgave 1

Bekijk de Uitleg .

a

Voer zelf de berekening van zijde `BC` uit.

Een rechthoekige driehoek `KLM` heeft een rechte hoek bij `M` en `KL=5` cm en `KM=3`  cm.

b

Maak een schets van deze driehoek en bereken de lengte van `LM` .

Van een rechthoekige driehoek `PQR` met `∠Q=90^@` is `PQ=12`  cm en `QR=10`  cm.

c

Bereken hoe lang `PR` is in mm nauwkeurig.

Opgave 2

In elke rechthoekige driehoek geldt de stelling van Pythagoras. Omgekeerd kun je dit gebruiken om na te gaan of een driehoek rechthoekig is. Dit doe je door te controleren of `a^2 + b^2 = c^2` klopt als de zijden van de driehoek `a` , `b` en als langste `c` zijn.

a

Van `Delta ABC` is `AB=12` , `BC=5` en `AC=13` . Laat zien, dat deze driehoek rechthoekig is.

b

Van `Delta DEF` is `DE=12` , `EF=8` en `DF=10` . Laat zien, dat deze driehoek niet rechthoekig is.

verder | terug