Het bovenvlak (en ook het ondervlak) is een vijfhoek.
In dit geval een rechthoek van
`112`
bij
`106`
cm waar een halve rechthoek van
`56`
bij
`53`
cm vanaf wordt gezaagd. De oppervlakte is dus
`112 * 106 - 1/2 * 56 * 53 = 10388`
cm2.
De hoogte is `120` cm.
Voor de breedte
`b`
gebruik je de stelling van Pythagoras.
Ga na, dat
`53^2 + 56^2 = b^2`
, zodat
`b^2 = 5945`
en
`b=sqrt(5945)~~77,1`
cm.
Onderkant en bovenkant zijn elk `10388` cm2.
Het deurtje is ongeveer `77,1 * 120 ~~ 9252` cm2.
De andere vier rechthoeken zijn samen `112*120+106*120+56*120+53*120 = 39240` cm2.
In totaal is dat `69268` cm2 en dat is ongeveer `6,9` m2
Een rechthoek.
`K L^2 = KB^2 + BL^2`
`K L^2 = 2^2 + 2^2 = 8`
dus
`KL = sqrt(8)`
.
De bovenkant en de onderkant van het prisma zijn vijfhoeken met een oppervlakte van
`6 * 6 - 1/2 * 2 * 2 = 34`
cm2.
Het vlak
`K L M N`
heeft een oppervlakte van
`6 * sqrt( 8 )`
cm2.
De totale oppervlakte is daarom
`2 * 6 * 6 + 2 * 6 * 4 + 68 + 6 sqrt( 8 ) ~~ 136,97`
cm2
`= 13697`
mm2.
Maak eerst even een schets van de situatie.
`B P^2 8^2 + 6^2 = 100`
, dus
`BP = CQ = sqrt(100) = 10`
.
De totale oppervlakte is
`6 * 12 + 6 * 6 + 2 * 9 * 8 + 6 * 8 + 6 * 10 = 360`
cm2.
Gebruik de stelling van Pythagoras in de rechthoekige driehoek `MST` .
Elk opstaand zijvlak heeft een hoogte
`h`
waarvoor geldt
`2^2 + 6^2 = h^2`
.
Dus
`h^2 = 40`
en
`h=sqrt(40)`
.
Ga na of je dit goed hebt gedaan door het voorbeeld te bekijken.
Ga er vanuit dat de piramide dezelfde letters bij de hoekpunten heeft als in
Het grondvlak heeft een oppervlakte van
`100`
cm2.
Gebruik de stelling van Pythagoras in de rechthoekige driehoek
`AMT`
.
Elk opstaand zijvlak heeft een hoogte
`h`
waarvoor geldt
`5^2 + h^2 = 10^2`
.
Dat betekent
`h^2 = 10^2 - 5^2 = 75`
en
`h=sqrt(75)`
.
De totale oppervlakte is daarom
`100 +4 *1/2*10 *sqrt(75 ) ~~ 273,21`
cm2
`=27321`
mm2.
Eerst de formule voor de oppervlakte `A` van een cirkel met straal `r` : `A = pi*r^2` .
Dan de formule voor de omtrek `P` van een cirkel met straal `r` : `P = 2pi*r` .
Ga na of je dit goed hebt gedaan door het voorbeeld te bekijken.
Als je de in de lengte openknipt en plat legt, krijg je een rechthoek met een lengte
van
`1000`
mm. De breedte is de omtrek van een cirkel met een straal van
`8`
mm.
De oppervlakte is daarom
`2 π*8 *1000 =16000 π≈50265`
mm2.
Het grondvlak is gelijk aan het bovenvlak en heeft een oppervlakte van:
`π*8^2 = 16 π≈50,27`
mm2.
De totale oppervlakte is dus `50,27 + 50,27 + 50265 = 50365,5` mm2.
De breedte van elk dakdeel (een rechthoekige driehoek) wordt `4` m genomen. De oppervlakte wordt zo iets te groot geschat en dat is beter dan dat alles krap berekend is.
De voorgevel bestaat uit twee rechthoekige driehoeken met rechthoekszijden van
`8`
en
`4`
m.
Voor de langste rechthoekzijde
`l`
geldt
`4^2+8^2 = l^2`
, dus
`l=sqrt(80 )`
.
Doen, ga na of je hetzelfde vindt als in het voorbeeld.
Deze dakgoot is de langste zijde
`z`
van een dakdeel.
Daarom is
`4^2+ (sqrt(80 ))^2 = z^2`
, zodat
`z=sqrt(96 )`
m lang.
Gebruik de stelling van Pythagoras om de lengtes van de twee dakdelen te berekenen.
Van het rechter dakdeel is de diepte
`200`
en voor de lengte
`l`
geldt:
`190^2 + 35^2 = l^2`
, dus
`l = sqrt(37325)~~193`
cm.
Het oppervlakte ervan is ongeveer
`200*193`
cm.
Van het linker dakdeel is de diepte
`200`
en voor de lengte
`l`
geldt:
`110^2 + 35^2 = l^2`
, dus
`l = sqrt(13325)~~115`
cm.
Het oppervlakte ervan is ongeveer
`200*115`
cm.
De totale oppervlakte van het dak is dus ongeveer
`200 *193 +200 *115 =61600`
cm2 en dat is ongeveer
`6,16`
m2.
Bereken eerst de schuine ribben.
Voor hun lengte
`l`
geldt
`240^2+100^2=l^2`
cm, dus
`l=sqrt(67600)=260`
cm.
De oppervlakte van de voorkant is gelijk aan de achterkant:
`2 *1/2*100*240 + 120 * 240 = 52800`
cm2.
Oppervlakte van een zijkant: `450 * 260 = 117000` cm2.
Oppervlakte van het dak: `120 * 450 = 54000` cm2.
De totale oppervlakte aan glas is dan `393600` cm2 en dat is ongeveer `39,36` m2.
De oppervlakte van de halve cilinder is `1/2*2 π*5,5 *20 =110 π` m2. Je hebt dus voor ongeveer `110 π*1,5 ≈518,4` m2 verf nodig.
De piramide die het dak voorstelt heeft een rechthoekig grondvlak van
`200`
bij
`180`
cm. De hoogte van die piramide is
`35`
cm. Het dak bestaat uit gelijkbenige driehoeken die echter niet alle vier hetzelfde
zijn.
Er zijn twee driehoeken met een basis van
`200`
en een hoogte van
`sqrt(90^2+35^2)=sqrt(9325 )`
en er zijn twee driehoeken met een basis van
`180`
en een hoogte van
`sqrt(100^2+35^2)=sqrt(11225 )`
.
De totale oppervlakte van het dak is daarom
`200 *sqrt(9325 )+180 *sqrt(11225 )≈38384`
cm2.
Zie figuur.
De ribben in het grondvlak zijn
`2`
m en
`sqrt(1^2+1^2)=sqrt(2 )`
m.
De nok van de tent is
`2`
m.
Alle andere schuine opstaande ribben zijn
`sqrt(1^2+1,5^2)=sqrt(3,25 )`
m.
Elke driehoek van de uitslag is gelijkbenig met twee benen van
`sqrt(3,25 )`
m en een basis van
`sqrt(2 )`
m. De hoogte daarvan is
`sqrt( (sqrt(3,25 ))^2- (1/2sqrt(2 ))^2)=sqrt(2,75 )`
m.
De totale oppervlakte is
`4 *1/2*sqrt(2 )*sqrt(2,75 )+2 *2 *sqrt(3,25 )≈11,90`
m2.
Die schuine kant is de langste zijde van een rechthoekige driehoek van `122` cm bij `173 - 87,4 = 85,6` cm. Voor die langste zijde `l` geldt dus: `122^2 + 85,6^2 = l^2` zodat `l ~~ 149,0` mm.
De schuine kant is een rechthoek van `~~ 149,0 * 39,5 ~~ 5886` cm2.
Er zijn vijf verticale rechthoeken van
`39,5`
cm breed en met hoogtes van
`173`
tot
`87,4`
en daartussen steeds
`(173 - 87,4) // 4 ~~ 21,4`
cm korter dan de hoogste.
Die hebben samen een oppervlakte van
`39,5*173 + 39,5*151,6 + 39,5*130,2 + 39,5*108,8 + 39,5*87,4 = 25714,5`
cm2.
De bodem is een plank van `122*39,5 =4819` cm2.
Tenslotte zijn er
`21`
horizontale plankjes met een diepte van
`39,5`
en een breedte van
`122/4 = 30,5`
, dus (vanwege de dikte van het materiaal) ongeveer
`30`
cm.
Daarvan is de totale oppervlakte
`21*30*39,5 = 24885`
cm2.
De totale hoeveelheid MDF is dus
`5886+4819+25714,5+24885=61304,5`
cm2.
Dat is ongeveer
`6,13`
m2 MDF-plaat.
Bereken eerst de oppervlakte van één cilinder:
de onderkant en de bovenkant zijn cirkels met een straal van
`20`
cm en dus een oppervlakte van
`pi*20^2 = 400pi`
cm2;
de zijkant (cilindermantel) is uitgerold een rechthoek met een lengte van
`pi*40`
en een hoogte van
`30`
cm en dus een oppervlakte van
`pi*40*30=1200pi`
cm2.
De oppervlakte van één cilinder is `400pi+1200pi=1600pi~~5027` cm2.
De oppervlakte van het kastje is `~~ 3 * 5027 ~~ 15080` cm2.
`36 + 12 * sqrt(135) ~~ 175,43` cm2.
`~~ 33709` mm2.