Inleiding

Van zo'n hoekkastje wil de klant vaak weten hoeveel er in past, kortom de inhoud van het kastje. In de meubelfabriek mag Kees die inhoud uitrekenen.
Het kastje bestaat uit een vijfhoekige onderkant en bovenkant en uit vijf rechthoeken.
De oppervlakte van die onderdelen kan Kees nu wel bepalen.
Maar hoe bereken je de inhoud, dus het aantal cm³ dat erin past?

Je leert in dit onderwerp:

• de inhoud berekenen van een balk, een prisma en een cilinder;

• de inhoud berekenen van een piramide en een kegel.

Voorkennis:

• berekeningen maken met de stelling van Pythagoras, onder andere ook in ruimtelijke figuren.

• de oppervlakte en de omtrek van een (halve) rechthoek, een driehoek, een cirkel en diverse vierhoeken bepalen;

• de oppervlakte berekenen van een ruimtelijke figuur waarvan je een uitslag kunt tekenen.