De cijfers , , en .
`8` hele euro.
`10` hele euro.
`6` dubbeltjes en elk dubbeltje is `0,1` euro.
`9` eurocent en elke cent is `0,01` euro.
Achter de komma staan de cijfers die een waarde kleiner dan vertegenwoordigen.
In plaats van `69` cent betaal je dan `96` cent, dat is iets meer.
keer
Het getal wordt keer zo klein.
`4,65 >4,56`
`4,56 < 4,65`
`51,7 >15,7`
`5 < 5,074 < 6`
Bijvoorbeeld en .
Bijvoorbeeld en .
Als .
en
a:
b:
c:
De getallen `14, 15, ..., 103` . Dat zijn er `90` .
De grapefruits waren samen duurder dan de appels samen: `1,26 lt 2,69` of `2,69 gt 1,26` .
Het gaat om spruiten, prei kort, ijsbergsla, sperziebonen en bloemkool.
`0,69 lt 0,99 lt 1,99 lt 2,29 = 2,29`
De getallen `21` , `6` en `0` .
De datum 03-02-2019, dus 3 februari 2019.
17:28 betekent `17` uur en `28` minuten, dat is het tijdstip waarop deze kassabon is gemaakt.
Omdat die getallen over geld gaan en dat rekenen we in West-Europa in twee decimalen.
Dat getal `0,340` geeft het aantal kg kaas die Arnoud heeft gekocht. Die derde decimaal lijkt overbodig, maar geeft de nauwkeurigheid van het afwegen door de fabrikant van de komijnekaas weer.
Eerste getal: `1` tiende.
Tweede getal: `1` honderdste.
`5,01 lt 5,1`
`5,055`
Tussen `5` en `6` .
`5,01`