Vul het juiste teken `lt` , `=` of `gt` in:
`5/6 \ ... \ 2/3`
`7/9 \ ... \ 9/12`
`14/18 \ ... \ 21/27`
Op school A zijn `5` van de `120` personeelsleden ziek, van school B zijn dat er `4` van de `105` .
Op welke school zijn naar verhouding de meeste personeelsleden ziek?