Gelijknamige breuken kun je eenvoudig bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken:
`3/7 + 2/7 = 5/7`
`5/7 - 2/7 = 3/7`
Als breuken niet gelijknamig zijn, moet je ze eerst gelijknamig maken!
Bereken en vereenvoudig daarna zoveel mogelijk:
`5/9 + 1/9`
`7/12 + 11/12`
`11/12 - 7/12`
`1 1/3 - 2/3`
Bij
Beide breuken zijn niet gelijknamig. Op grond van de figuur zijn ze wel gemakkelijk gelijknamig te maken. Waarom?
Hoeveel is dus `1/2 + 3/8` ?
En hoeveel is `1/2 - 3/8` ?
Laat zien, dat je zowel `1/2 + 3/8` als `1/2 - 3/8` ook goed kunt berekenen met behulp van kommagetallen.