De teller is `3` en de noemer is `4` .
Verdeel een rechthoek in `4` even brede verticale banen en kleur er `3` van.
Verdeel de rechthoek in `3` even hoge horizontale banen.
`3/4` van `80` is `3 xx 1/4 xx 80 = 3 xx 20 = 60` .
`5/9 < 7/9`
`5/9 > 5/11`
`2/3 = 6/9` , dus `5/9 < 2/3` .
`2/7 = 16/56` en `3/8 = 21/56` , dus `2/7 < 3/8` .
`5/9 + 7/9 = 12/9`
`5/9 - 4/9 = 1/9`
`5/9 + 2/3 = 5/9 + 6/9 = 11/9` (Dit mag ook met de rekenmachine en een breukentoets.)
`3/8 - 2/7 = 21/56 - 16/56 = 5/56` (Dit mag ook met de rekenmachine en een breukentoets.)
Teken een rechthoek van `2` bij `4` roosterhokjes. Kleur van die rechthoek `3/4` deel ( `3` stroken van `2` hokjes). Geef daarvan `1/2` deel (één strook) een andere kleur.
Handmatig:
`1 1/2 xx 3/4 = 3/2 xx 3/4 = (3 xx 3)/(2 xx 4) = 8/8 = 1 1/8`
.
Ga na dat je met de breukentoets hetzelfde antwoord krijgt.
Voer in `3 // 2 xx (3 // 4)` en je krijgt `1,125` .
't Kompas: `27/38` deel; De Dolfijn: `26/38` deel; De Schakel: `27/39` deel.
't Kompas:
`27/38~~0,71`
deel; De Dolfijn:
`26/38~~0,68`
deel; De Schakel:
`27/39~~0,69`
deel.
Dus bij 't Kompas is dat deel het grootst.
Eigen antwoord, denk wel echt serieus na of dit een erg sterke reden is.
`2/5 + 2/15 + 3/10 = 12/30 + 4/30 + 9/30 = 25/30 = 5/6` deel, dit mag met de breukentoets.
`1/4 + 4/15 = 31/60`
`4/15 - 1/4 = 1/60`
`2 1/4 + 1 4/15 = 3 31/60`
`2 1/4 - 1 4/15 = 59/60`
`1/4 xx 4/15 = 1/15`
`2 1/4 xx 1 4/15 = 57/20 = 2 17/20`
`~~0,517`
`~~0,017`
`~~3,517`
`~~0,983`
`~~0,067`
`2,85`
`1/7` deel is `4` , dus het is een klas van `28` leerlingen.
`1/4 xx 8 + 1/5 xx 20 = 6` , dus de klas heeft zich als geheel iets verbeterd.
`5/8 * 2/3 = 10/24 = 5/12` deel.
`5/12 * 960 = 400` .
`560 * 2 1/3 = 1306 2/3` liter.
`2/3 xx 1/3 = 2/9` deel.
`1/3 xx 1/3 = 1/9` deel.
In de Waal stroomt
`2/3 = 6/9`
deel en in de IJssel stroomt
`1/9`
deel.
In de Waal gaat dus
`6`
keer zoveel.
`1/2` kg krijt, `1/4` kg caseïne en `1/8` kg aluinpoeder.
`35/20 xx 1/2 = 0,875` kg krijt, `0,4375` kg caseïne en `0,21875` kg aluinpoeder.