Verhoudingen

Verhoudingen > Procenten

123456Procenten

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1

Dit betekent bijvoorbeeld dat van elk euro hij binnenkrijgt $0,60$ euro naar de spaarrekening gaat. Je kunt ook zeggen dat `60/100` deel van zijn geld naae de spaarrekening gaat,

`65 xx 0,60 = 39` euro.
Of zo: `60/100 xx 65 = 39` euro.
Maar dit kun je ook heel goed met een verhoudingstabel berekenen.

Opgave 1

`1` % = `1/100` .

`15` % = `15/100 = 3/20` .

`23` % = `23/100` .

`115` % = `115/100 = 1 3/20` .

`5,5` % = `(5,5)/100 = 55/1000 = 11/200` .

Opgave 2

`25/100 = 25` %.

`(37,5)/100 = 37,5` %.

`(0,1)/100 = 0,1` %.

`314/100 = 314` %.

Opgave 3

$10$ % van $350$ is $35$ .

$12$ % van € 68,00 is € 8,16.

$3,4$ % van $15600$ is $530,4$ .

$5,5$ % van $23,1$ miljard euro is $1,2705$ miljard euro.

Opgave 4

$\frac{11}{100} \times 2150 = 236,5$ .

$0,11 \times 2150 = 236,5$ .

Met deze verhoudingstabel vind je ook $236,5$ .

deel	$11$	...	$236,5$
geheel	$100$	$1$	$2150$

Opgave 5

$0,15 \times 48 = 7,20$ euro.

Opgave 6

$0,05 \times 32.500 = 1625$ euro.

$0,42 \times 32.500 = 13650$ euro.

Opgave 7

In 2000: $0,055 \times 23,1 = 1,2707$ miljard.
In 2009: $0,066 \times 37,9 = 2,5014$ miljard.
Dat is $1,2306$ miljard meer.

Opgave 8

$0,36 \times 240 = 86,4$ Gb.

Opgave 9

$0,05 \times 3000 = 150$ euro.

$0,05 \times 3150 = 157,50$ euro.

Opgave 10

$16$ %.

$26,5$ %.

$160$ %.

Opgave 11

$42$ % van $460$ is $0,42 \times 460 = 193,2$ .

$13$ % van $16$ miljoen is $2,08$ miljoen.

$0,35$ % van $14400$ is $50,4$ .

Opgave 12

$0,246 \times 3.806.000 = 936.276$ personen.

$0,167 \times 3.806.000 = 635.602$ en $0,366 \times 635.602 = 232.630$ .

Ongeveer $232.630$ universiteitsstudenten.

Opgave 13Jongeren en ouderen

Jongeren en ouderen

Ongeveer $3,8$ miljoen.

Ongeveer $2,6$ miljoen.

Opgave 14Autosloop

Autosloop

$1 \times 0,95 \times 0,95 \times 0,85 \times 935 = 717,26$ .
$1 \times 0,95 \times 0,05 \times 0,6 \times 935 = 26,65$ .
$717,26 + 26,65 = 743,91$ .

Opgave 15

$53,4$ %

$120$ %

$0,026$

$1,13$

Opgave 16

$0,496 \times 17,4 = 8,6$ miljoen.

$0,08 \times 8,6 = 0,7$ miljoen.

verder | terug