`40/65 = 8/13` deel.
`~~61,5`
%. Zie de
`200/380~~0,53` en dat is `53` %. Dus naar verhouding spaart ze minder dan Jeroen.
Zie tabel, reken via `1` .
deel | ... | ||
geheel |
`50/80 = 0,625` dus %.
%.
`9/12 = 0,75 =75` %
`38/950 = 0,04 = 4` %
`15/(28,50) ~~ 0,53 = 53` %.
`(12,75)/(65,40) ~~ 0,19 = 19` %.
`(0,85)/(0,95) ~~ 0,89 = 89` %.
`358/49 ~~ 7,31` dus dat is `731` %.
euro.
euro.
dus ongeveer miljoen.
dus %. Of: dus %.
dus ongeveer miljoen.
1A: dus ongeveer %. 1B: dus ongeveer %.
In 1A is de toets beter gemaakt.
Jaap: dus ongeveer %. Willem: dus %.
Jaap spaart naar verhouding het meest.
Maak een verhoudingstabel en reken via `1` .
aantal | ... | ||
percentage |
Janna moet euro aan maandelijkse inkomsten hebben.
Vanwege de afrondingen bij het berekenen van de percentages.
Afrika: | % | mln |
Amerika: | % | mln |
Antarctica: | % | mln |
Australië: | % | mln |
Azië: | % | mln |
Europa: | % | mln |
% is ongeveer mln km2, dus % is ongeveer mln km2 en % is ongeveer mln km2.
dus %.
dus % komt niet op de fiets.
dus voor %.
dus %.
dus %.
en %.
m2.
dus ja, dat kan.
Nummer 1: dus ongeveer %. Nummer 2: dus ongeveer %.
Nummer 2 heeft het hoogste percentage.
Er wordt geen rekening gehouden met het aantal gespeelde wedstrijden, of zelfs het aantal gespeelde minuten.
Hij scoorde gemiddeld vaker dan één keer per wedstrijd, maar heeft minder wedstrijden gespeeld.
% in wedstrijden is % in wedstrijden. Hij heeft waarschijnlijk wedstrijden gespeeld.
€ 50
€ 44
Nee: is meer dan . Met een verhoudingstabel kun je dat nagaan.
Je kunt ook met percentages rekenen.
dus ongeveer %.
Ongeveer %.
dus ongeveer %.
, dus in 2009 zou hij euro uitgeven.
Jongeren geven in 2009 een groter deel van hun inkomsten uit dan in 1984 het geval was.
euro.
dus ongeveer %.
dus %.
%
%
%
Dus van de is meer.
personen.
`100/5 = 20` %.
`0,20 xx 9,5 = 1,9` miljoen geblesseerde sporters. Dat is `(1,9)/16 ~~ 0,119` en dus `11,9` % van alle Nederlanders.
Ongeveer `(11,88)/6 ~~ 1,98 ~~ 2` % van alle Nederlanders.