Verhoudingen

Verhoudingen > Procenten eraf/erbij

Overzicht

123456Procenten eraf/erbij

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1

`100` %.

`75` %.

`0,75 xx 60 = 45` euro.

Gebruik bijvoorbeeld een verhoudingstabel. De broek is `5` euro duurder geworden, dat is dus `10` %.

prijs	$50$	`1`	$5$
percentage	$100$	...	$10$

Opgave 1

`54` % `= 0,54` .

`124` % `= 1,24` .

`80` % `= 0,80` .

`9` % `= 0,09` .

`185` % `= 1,85` .

`4,5` % `= 0,045` .

`130` % `= 1,30` .

`200` % `= 2,00` .

Opgave 2

`1,18 xx 103 = 121,54` euro.

Opgave 3

`0,88 xx 75 = 66` euro.

Opgave 4

`0,875 xx 650 = 568,75` euro.

`1,05 xx 80 = 84` euro.

`2,20 xx 0,64 = 1,408` dus nu € 1,408.
(Dat was in 2009.)

Opgave 5

Prijsstijging is € 200,00 en `200/1600 = 0,125` . Er komt `12,5` % bij.

`1800/1600 = 1,125` dus `100` % wordt `112,5` %. Er komt ook nu `12,5` % bij.

Opgave 6

`0,75 xx 49,98 ~~ 37,485` dus € 37,49.

`51,75 + 0,60 xx 51,75 = 82,80` euro.

`0,80 xx 33,50 = 26,80` , dus nee, ze betaalt te veel.

Opgave 7

`50` euro korting en `50/650 ~~ 0,077` , dus ongeveer `7,7` % korting.

`600/650 ~~ 0,923` , dus `100` % wordt ongeveer `92,3` % en ook dat is `7,7` % korting.

Opgave 8

Nee, `10` % van het nieuwe verhoogde bedrag is meer dan `10` % van het oude bedrag.
Tel bij bijvoorbeeld `100` eerst `10` % op, je krijgt dan `110` . Haal je daar `10` % van af, dan moet er `11` af en houd je dus `99` over.

Opgave 9

€ 1050,00.

€ 1102,50.

€ 1628,89. Blijf vermenigvuldigen met `1,05` .

Opgave 10

Hoogte: `1,002 xx 50 = 50,1` cm.
Breedte: `1,002 xx 90 = 90,18` cm.

Nee, de oppervlakte wordt `1,002 xx 1,002 = 1,004004` keer zo groot. Die wordt dus ongeveer `0,4` % groter.

Opgave 11

`60/340 ~~ 0,176` , dus er is `17,6` % bij gekomen.

Opgave 12

`(9,75)/(59,75) ~~ 0,163` , dus ongeveer `16` % korting.

Opgave 13

`1,21 xx 650 = 786,50` euro.

Opgave 14

`121` % is `677,60` , dus `1` % is `677,60/121 = 5,60` . De BTW is `21` % dus € 117,60.

De prijs ex.BTW is `100` % dus € 560,00.

Opgave 15

$8,75 / 106 \times 100 \approx 8,25$ euro.

Opgave 16

Eerst de korting en dan de BTW erbij geeft `560 xx 0,60 xx 1,21 = 406,56` euro.
Eerst de BTW erbij en dan de korting eraf geeft `560 xx 1,21 xx 0,60 = 406,56` euro.
De volgorde van berekenen maakt dus geen verschil in prijs.

Opgave 17

$1,06 \times 600 = 636$ euro/maand.

$0,85 \times 45 = 38,25$ euro.

$\frac{15}{65} \approx 0,23 = 23$ procent.

Opgave 18

Ongeveer `5` %.

verder | terug