Ze komen in de volgorde $\text{-}4$; $\text{-}3$; $\text{-}1$; $\text{-}\mathrm{0,5}$; $1$; $\mathrm{3,5}$; $4$ en $7$ en dan nog op de juiste plek.

$\text{-}4$; $\text{-}3$; $\text{-}1$; $\text{-}\mathrm{0,5}$.

$\text{-}1$ en $1$ en $\text{-}4$ en $4$.

$40$

$20>\text{-}4$

$\text{-}6<6$

$3>\text{-}2$

$\text{-}3<\text{-}2$

Door $\text{-}5$ °C.

Met $7$ °C.

$\text{-}6$

Ja.

$\text{-}12$

$12$

Nagaan.

Doen.

Oefen tot je geen fouten meer maakt.

$A(2,4)$, $B(\text{-}3,2)$, $C(4,\text{-}1)$ en $D(\text{-}4,\text{-}2)$.

$P(\text{-}1,\text{-}3)$

$S(\mathrm{0,5},\mathrm{0,5})$

$5>\text{-}1$

$\text{-}2<8$

$\text{-}4>\text{-}7$

$\text{-}6<12$

$\text{-}2$ °C.

$5-7=\text{-}2$

$6$ graden.

$\text{-}2-6=\text{-}8$

$\text{-}8+12=4$, dus $4$ °C.

$5$ en $\text{-}5$.

$\text{-}\mathrm{17,5}$ en $\mathrm{17,5}$.

Amsterdam en Oslo.

In Oslo.

Tussen Amsterdam en Parijs is het temperatuurverschil $6$ graden, tussen Amsterdam en Oslo is dat $3$ graden.

$\text{-}1$ °C.

$\text{-}32$ euro.

$\text{-}17$ euro.

Drie weken.

$\text{-}454$ euro.

Nog $46$ euro.

$604$ euro.

Zie figuur bij b.

Zie de figuur.

$C(0,\text{-}2)$

$S(\text{-}1,1)$

Om ongeveer 16:00 uur.

Ongeveer $12$ °C tussen 5:00 en 6:00 uur.

`text(-)7`  °C om ongeveer 4:00 uur.

Ongeveer $\mathrm{9,5}$ uur boven nul, dus ongeveer `24-9,5=14,5` uur onder `0`  °C.

Doen, laat bij twijfel je antwoord controleren.

Ongeveer vanaf 12:30 uur tot 19:30 uur, dus ongeveer $7$ uur.

$\text{-}10$ °C.

$\text{-}3-7=\text{-}10$

$2$ graden.

$\text{-}10+2=\text{-}8$

$\text{-}8+10=2$, dus $2$ °C.

Doen.

Doen.

$C(1,7)$

$S(\mathrm{0,5};3)$