Negatieve getallen > Negatieve getallen optellen
123456Negatieve getallen optellen

Verwerken

Opgave 7

Breng met behulp van pijlen op de getallenlijn de volgende optellingen in beeld en schrijf het antwoord op:

a

5 + - 2

b

- 3 + - 8

c

- 4 + 7

d

- 6 + - 2

Opgave 8

Bereken.

a

- 4,3 + 7

b

4,3 + - 7

c

- 6,4 + - 2,05

d

- 6,4 + 2,05

Opgave 9

De scheikundige Ron Onderwater werkt veel met vloeistoffen. Hij heeft een vloeistof van 5 °C en voegt daar een vloeistof aan toe die de temperatuur 8 graden doet afnemen.

a

Wat wordt de temperatuur van de nieuwe vloeistof?

b

De berekening die erbij hoort staat hier gedeeltelijk. Maak de hem af (er staat een + omdat de vloeistof erbij wordt gedaan).
5 + ... = ...

c

Vervolgens voegt hij een vloeistof toe die de temperatuur 12 graden doet afnemen. Welke temperatuur heeft het mengsel nu? Schrijf een bijpassende berekening op als hierboven.

d

De scheikundige schrijft op: - 15 + - 10 = ....
Maak de berekening af en vertel wat hij heeft gedaan.

Opgave 10

Hendrik heeft een schuld van € 1250 bij de bank. Toch neemt hij nog eens € 450 van zijn rekening op.

a

Hoe hoog is dan zijn schuld?

b

Schrijf een bijpassende berekening op. Gebruik daarin negatieve getallen voor schuld.

c

Een maand later krijgt hij € 1850 loon. Maar hij geeft meteen € 1200 uit. Bereken zijn nieuwe banksaldo.

Opgave 11

Neem een stuk roosterpapier en teken daarop een assenstelsel. Je gaat in dit assenstelsel routes lopen en moet bedenken waar je na tien stappen bent gekomen.
Elke stap wordt beschreven door de uitdrukking: ... horizontaal en ... verticaal.
Met "horizontaal" wordt evenwijdig aan de x-as bedoeld en met "verticaal" evenwijdig aan de y-as. Je begint steeds in `(0, 0)` .

a

In welk punt ben je aangekomen als je tien keer de stap 2 horizontaal en - 1 verticaal hebt gezet?

b

Je zet eerst de stap 2 horizontaal en text(-)1 verticaal en dan de stap - 1 horizontaal en - 2 verticaal en dit herhaal je vijf keer. In welk punt ben je dan?

c

Je begint met de stap 1 horizontaal en 1 verticaal. Elke volgende stap ga je horizontaal 1 eenheid meer en verticaal 1 eenheid minder. Waar ben je na in totaal tien stappen?

verder | terug