Negatieve getallen > Negatieve getallen aftrekken
123456Negatieve getallen aftrekken

Verwerken

Opgave 7

Bereken zoveel mogelijk uit het hoofd:

a

5 - - 2

b

- 3 - - 8

c

- 4,3 + - 7

d

6,4 + - 2,05

e

- 2,15 + - 3,31

f

0,5 + 4,3 - 2,1

g

- 1,7 - - 2,4 - 3,1

h

- 15 - ( 12 - - 3 )

Opgave 8

Het water in de IJssel bij Zutphen staat 2,43 m boven NAP. Normaal staat het water daar 0,95 m onder NAP. Drie leerlingen berekenen het verschil in hoogte:

  • Jaspar: 0,95 m onder NAP is - 0,95, dus - 0,95 + 2,43 = 1,48  m.

  • Selma: Je moet doen 2,43 - - 0,95 = 3,38 m.

  • Jörg: - 0,95 - 2,43 = - 3,38 m.

a

Wie heeft er gelijk? Leg ook uit waarom.

b

Hoeveel bedraagt het verschil in hoogte tussen 3,57 m boven NAP en 2,71 m onder NAP?

c

Hoeveel bedraagt het verschil in hoogte tussen 2,89 m boven NAP en 5,75 m boven NAP?

Opgave 9

Je ziet hier een kruisgetallenpuzzel. Hij staat ook op het werkblad. Vul de puzzel in, een negatiefteken komt in het vakje van het eerste cijfer van een getal.

Horizontaal Verticaal
1 8 - - 4 1 170 - 1
2 15 - - 37 2 15 - - 37
3 11 - 89 4 83 - - 100 - - 95
5 150 - - 50 + - 9 5 118 - - 5
7 - 12 - 5 6 - 99 + 207
8 55 - - 5 - 5 10 - ( 20 - 2 )
9 278 - - 40 11 - 15 + 35
10 - 20 - - 6
11 - 47 - - 336
12 - 4 - 8
13 27 - - 26

Opgave 10

Op een winterse dag daalt de temperatuur 's nachts soms tot - 6 graden.
Overdag is de maximumtemperatuur dan soms net boven 0, bijvoorbeeld 2 graden.

a

Hoeveel is het temperatuurverschil in dat geval?

Op een andere dag is er 6 graden verschil tussen de maximum- en de minimumtemperatuur.
De maximumtemperatuur is 4 graden.

b

Hoeveel bedraagt die dag de minimumtemperatuur?

verder | terug