Lineaire verbanden > Recht evenredig
12345Recht evenredig

Voorbeeld 2

Een schaatser schaatst met een constante snelheid van Sneek naar Leeuwarden. Na 14 minuten heeft hij 5 kilometer afgelegd. Geef een formule voor de tijd t die hij onderweg is (in minuten) afhankelijk van de afgelegde afstand s in km.

> antwoord

De schaatser doet over elke km 14 / 5 = 2,8 minuten. Over s km doet hij 2,8 s minuten, dus t = 2,8 s minuten. Dit is de gevraagde formule.

Opgave 5

Bekijk Voorbeeld 2.

a

Welke twee variabelen zijn hier recht evenredig met elkaar? En waarom?

Je kunt de formule ook vinden door uit te gaan van t = a s en dan a uit te rekenen door de gegeven waarden van t en s in te vullen.

b

Laat zien dat je daarmee op dezelfde formule uit komt.

Leeuwarden en Sneek liggen 26,4 kilometer uit elkaar.

c

Hoe lang doet de schaatser over deze tocht?

d

Hoe lang duurt het voordat de schaatser de Elfstedentocht ( 200 km) heeft afgelegd als zijn gemiddelde snelheid gelijk is aan de constante snelheid tussen Leeuwarden en Sneek?

Opgave 6

Bekijk Voorbeeld 2 nog eens. Je kunt ook een formule maken van de vorm s = a t .

a

Waarom stelt nu de evenredigheidsconstante a de snelheid voor? In welke eenheden?

b

Bereken nu opnieuw de waarde van a . Hoe ziet de formule er nu uit?

Je kunt de formule die je in deze opgave hebt gevonden ook afleiden uit die van de vorige opgave.

c

Laat zien hoe dat gaat.

verder | terug