Lineaire verbanden > Lineaire functies
12345Lineaire functies

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

De grafiek is een rechte lijn door ( 0 , 25 ) en bijvoorbeeld ( 1000 ; 18,5 ) .

b

Nee, want als de hoogte twee keer zo groot wordt, wordt de temperatuur niet twee keer zo klein.

c

T = 25 - 0,0065 7500 = - 23,75

d

Als 25 - 0,0065 h = 0 en dit levert op h = 25 / 0,0065 3846 . Dus ergens tussen de `3840` en `3850` m hoogte.

Opgave 1
a

Je berekent eerst het punt op de y-as door x = 0 in te vullen. Je tekent dan het punt ( 0 , 1 ) en vervolgens zet je het volgende punt bij x = 1 op y = 1 1 3 (dus 1 3 hoger dan het vorige punt) en zo ga je door. Het punt bij x = 1 komt dan precies 3 × 1 3 = 1 hoger te liggen dan je beginpunt. Enzovoorts...

b

De grafiek is een rechte lijn door ( 0 , 4 ) en ( 4 , 3 ) . De richtingscoëfficiënt is - 0,25.

c

De grafiek is een rechte lijn door ( 0 , - 6 ) en ( 1 , 2 ) . De richtingscoëfficiënt is 4.

d

De grafiek is een rechte lijn door ( 0 , 5 ) en ( 1 , 4 ) . De richtingscoëfficiënt is - 1.

e

De grafiek stijgt als de richtingscoëfficiënt positief is en daalt als hij negatief is.

f

De grafiek is dan een rechte lijn evenwijdig aan de x-as. Bijvoorbeeld y = 4 is een formule waarbij de richtingscoëfficiënt 0 is.

Opgave 2
a

De grafiek heeft richtingscoëfficiënt - 2 3 , dus telkens als je `x` met `1` laat toenemen, wordt de `y` -waarde 2 3 lager.

De grafiek is een rechte lijn door ( 1 , 2 ) en ( 4 , 0 ) .

b

De grafiek is een rechte lijn door ( 2 , 3 ) en ( 6 , 9 ) . De richtingscoëfficiënt is 0,75.

Opgave 3
a

Neem `a=2` en `b=1` .

b

Als je x = 0 invult in de formule krijg je y = 1.

c

Als je x = 100 invult in de formule krijg je y = 201. Ga je naar x = 101, dan neemt de y-waarde met 2 toe en die wordt dus y = 203.

Opgave 4

Let op: eerst zelf tekenen en achteraf pas controleren!
Eventueel kun je dit samen met een medeleerling nog meer oefenen door elkaar lineaire functies op te geven.

Opgave 5

Vul x = 3 en y = 5 in de gegeven formule in. Je vindt: 5 = a 3 + 6 .

Dit levert op: 3 a = 1 en dus a = 1 3 .

Met de applet in het Voorbeeld kun je de waarde van a benaderen.

Opgave 6

De lijn y = 6 - 0,5 x heeft als richtingscoëfficiënt - 0,5.

Evenwijdige lijnen hebben dezelfde richting en dus dezelfde richtingscoëfficiënt. Dus moet a = - 0,5.

Opgave 7
a

De grafiek van `y_1` gaat door `(0, 1)` en `(1, 3)` .
De grafiek van `y_2` gaat door `(0, 1)` en `(1, text(-)1)` .
De grafiek van `y_3` gaat door `(0, 5)` en `(1, 7)` .
De grafiek van `y_4` gaat door `(0, 5)` en `(2, 4)` .

b

Dat geldt voor y 3 = 2 x + 5 . Aan de formules zie je dit omdat de richtingscoëfficiënten gelijk zijn, allebei 2.

c

Die twee lijnen staan loodrecht op elkaar.

Opgave 8
a

20 + 300 0,025 = 27,5  °C.

b

T = 20 + 0,025 d

c

20 + 0,025 d = 34,3 betekent 0,025 d = 14,3 en dus d = 572 m. Hij zal dus ongeveer `572` m diep zitten.

d

b + 0,025 684 = 37,8 geeft b = 20,7  °C.

Opgave 9
a

L = 40 - 0,125 t is een lineaire functie van t. Dat dit zo is, komt door de aanname dat de kaars elk uur 0,125 uur opbrandt.

b

40 - 0,125 t = 0

c

Je vindt t = 320 uur, dus na `320` uur is deze kaars op.

Opgave 10
a

De grafiek is een rechte lijn door ( 0 , 5 ) en ( 2 , 9 ) .

b

2 7 + b = 12 geeft b = - 2 .

c

2 12 + b = 0 geeft b = - 24 .

Opgave 11
a

Door ( 0,10 ) .

b

a 7 + 10 = 12 geeft a = 2 7 .

c

De formule x + 2 y = 4 kun je herleiden tot y = - 0,5 x + 2 . Alleen als a = - 0,5 zijn beide lijnen evenwijdig.

Opgave 12Energieverbruik
Energieverbruik
a

45 + 1950 0,38 = 756 euro.

b

52 + 4800 0,07 = 388 euro.

c

K g = 45 + 0,38 g en K e = 52 + 0,07 e

d

Jordi alleen is € 337,40 per jaar kwijt en Amira alleen is € 467,40 per jaar kwijt. Samen zijn ze € 514,60 per jaar aan energiekosten kwijt. Ze besparen dus € 290,20 per jaar.

Opgave 13Waterverbruik
Waterverbruik
a

Als je de vaste lasten niet meetelt, dan betaal je bij een twee keer zo groot verbruik ook twee keer zoveel.

b

K = 40 + 1,20 a

c

Los de bijbehorende vergelijking `40+1,20a=810,40` op. Je vindt een waterverbruik van `642` m3.

Opgave 14
a

€ 9,25

b

Ongeveer `22136` roebel.

c

`E = 0,011*R + 6,50` .

Opgave 15
a

Lineaire functie met formule `y=1,25x+2,5` .

b

Lineaire functie met formule `y = 2,5x` .

c

Niet recht evenredig, de grafiek kan geen rechte lijn zijn.

verder | terug