Lineaire verbanden > Hellingsgetal
12345Hellingsgetal

Voorbeeld 1

Stel een formule op bij de lijn door de punten `A(0, 1 )` en `B(1, 4 )` .

> antwoord

De formule heeft de vorm `y=a*x+b` waarin `a` het hellingsgetal is. Dit getal vind je door te bepalen hoeveel `y` toeneemt bij een toename van `x` met `1` .

Teken daartoe eerst de twee punten en de lijn in een assenstelsel.

Maak deze lijn in de applet door de punten `A` en `B` op de juiste plek te zetten.

  • Tussen de punten `A` en `B` neemt `x` toe met `1` .

  • Tussen de punten `A` en `B` neemt `y` toe met `4 -1 =3` .

Je weet nu dat het hellingsgetal `a=3` is. De juiste waarde van `b` lees je af bij het punt op de verticale as: `b=1` .

De gevraagde formule wordt `y=3 x+1` .

Opgave 3

Bekijk Voorbeeld 1 en werk met de applet.

a

Stel zelf de vergelijking op van de lijn door de punten `A(0, 1 )` en `B(1, 4 )` zonder het antwoord bij het voorbeeld te bekijken.

b

Stel een vergelijking op van de lijn door `A(0, 5 )` en `B(1, 3 )` .

c

Stel een vergelijking op van de lijn door `A(0, text(-)2 )` en `B(1, 0 )` .

d

Stel een vergelijking op van de lijn door `A(1, 2 )` en `B(2, 4 )` .

e

Stel een vergelijking op van de lijn door `A(1, 2 )` en `B(2, 5 )` .

f

Stel een vergelijking op van de lijn door `A(3, 6 )` en `B(4, 1 )` .

Opgave 4

Bekijk de rechte lijnen in de grafiek hiernaast. Elke rechte lijn is de grafiek van een lineaire functie.

Geef de bijbehorende formules.

verder | terug