Bij een bepaald wisselkantoor betaal je voor ₽ 10.000 (tienduizend roebel) op zeker moment € 127,50 en voor ₽ 15.000 € 187,50. Noem het aantal roebels dat je voor `E` euro kunt kopen `R` .
Stel een formule op voor `E` als functie van `R` .
Hoeveel bedragen de vaste transactiekosten?
Hoeveel betaal je voor ₽ 35.000?
In de volgende gevallen is `y` een lineaire functie van `x` . Stel een bijpassende formule op.
De grafiek van `y` afhankelijk van `x` is een rechte lijn door `(10, 15)` en door `(30, 40)` .
De grafiek van `y` afhankelijk van `x` is een rechte lijn door `(10, 15)` en door `(30, 45)` .