Na één dag nog bar en na twee dagen nog .
Je vermenigvuldigt steeds met .
Maak een tabel tot je op een getal uitkomt dat lager is dan de helft van .
% erbij betekent dat elke % overgaat in %. Dat betekent vermenigvuldigen met .
In 2015, want het jaar daarop komen er meer dan leerlingen, namelijk ongeveer .
Met %.
Die ligt tussen en .
`100-15=85` %.
mg.
Maak een tabel. Na uur is de stof uitgewerkt.
In principe kun je van elk getal uitgaan, maar rekent met percentages het gemakkelijkst.
Dat kan niet, al voor dat de maand om is is deze hoeveelheid op.
Bij de afname van % per maand en bij de groeifactor van .
Omdat er dan van een afname van meer dan % sprake is in die periode. En dat kan niet, dan is al eerder alles op.
%.
%, dus elk uur een afname van %.
% per jaar, de hoeveelheid blijft gelijk.
% per jaar, de hoeveelheid verdubbelt elk jaar.
Toename van % per week.
Afname van % per week.
Toename van % per week.
Afname van % per week.
Er gaat elk half uur % af van zijn alcoholpromillage. En er blijft dus % over.
De groeifactor per uur is .
Als je de groeifactor per kwartier even noemt, dan moet .
En dus is .
Maak een tabel. Je moet keer met vermenigvuldigen voordat je onder de promille zit. Dus dat duurt zeven uur.
Elke uur verdubbelt de oppervlakte.
Er wordt alleen gevraagd op welk moment een bepaald deel van de vijver wordt bedekt.
m2.
Blijf door `2` delen en je vindt ongeveer m2.
m2 en dat is ongeveer dm2.
Noem die groeifactor .
Je moet dan oplossen .
Je vindt .
Een toename van % per uur.
Een toename van % per uur.
Een afname van % per uur.
Een toename van % per uur.
Een toename van % per uur.
Groeifactor per uur.
Groeifactor per dag.
Groeifactor per jaar.
Groeifactor per uur.
`100-13,3=86,7` %, dus .
Maak een tabel. Voor het eerst op de ste dag.
Met groeifactor . De verdubbelingstijd is in die periode dus `1` jaar.
Met % per jaar.
mln.
mln.
Dat is ongeveer
`642,3`
miljard en dat lijkt veel gezien de ongeveer
`7,8`
miljard mensen op aarde eind 2022. Of niet?
.
Noem die groeifactor , dan is . En dus is . Dat is een afname van ongeveer % per zes uur.
Noem die groeifactor , dan is en . Dat is een afname van ongeveer % per uur.
Nog `2*0,68^2 ~~ 0,92` mL vlak voor de injectie en dus mL vlak erna.
Na uur: mL.
Aan het einde van de tweede dag (dus na uur) heeft de patiënt nog mL pijnstiller in zijn lichaam. Na een derde injectie wordt dit mL.
Na uur heeft hij mL pijnstiller in zijn lichaam.
Doen, je krijgt een grafiek met verticale sprongen. Gebruik de gegevens uit deze opgave.
Als je de opeenvolgende aantal vossen steeds op elkaar deelt, vind je telkens ongeveer . De konijnen verminderen dus elk jaar ongeveer % in aantal.
Maak de tabel verder af. Vanaf 2020 komt het aantal konijnen vlak bij de , dus dan moet het aantal vossen wel worden verkleind.
Bereken de groeifactor uit
`g^32 = 3//2 = 1,5`
.
Werk met een inklemtabel of met een tweeëndertigste machtswortel. Je vindt ongeveer
% per jaar.
Tussen 1959 en 1974 was de groei ongeveer % per jaar. Daarna was de groei van 1974 tot 1987 ongeveer % per jaar, van 1987 tot 1999 ongeveer % per jaar en van 1999 tot 2011 ongeveer % per jaar.
De wereldbevolking zal dan nog een tijd blijven stijgen, maar wel met een steeds kleiner percentage.
`1,01` .
`1,01^70 ~~ 2` .
Ongeveer `7,3` miljard.
Het groeipercentage per eeuw is ongeveer `170` %.
Ongeveer `0,79` .
Ongeveer `21` %.
Ongeveer `195` mg.