Statistiek en kansrekening > Centrum en spreiding
12345Centrum en spreiding

Voorbeeld 1

In dit Excel-bestand vind je de rapportcijfers van klas 3G, onder andere die voor wiskunde.

Maak zelf een frequentietabel van deze cijfers zoals je die hiernaast ziet.
Bepaal het modale cijfer, het gemiddelde rapportcijfer zowel van de waarden op één decimaal nauwkeurig als van de afgeronde cijfers. Maak een boxplot van de cijfers voor wiskunde.

> antwoord

Bij Toepassen kun je nog even oefenen met het werken met Excel. Onder andere het bepalen van centrummaten en spreidingsmaten en het tekenen van boxplots.

Bij het berekenen van centrummaten en het maken van de boxplot moet je je goed bewust zijn van de waarden waar je mee rekent. Als je werkt met de afgeronde cijfers - dus eigenlijk met een klassenindeling en klassenmiddens - dan krijg je alleen schattingen van de werkelijke centrummaten en spreidingsmaten. In de praktijk is dat vaak wel goed genoeg. Bijvoorbeeld is het gemiddelde in beide gevallen 6,7 als je op één decimaal afrondt.

Opgave 4

Werk met de gegevens in Voorbeeld 1.

a

Maak een frequentietabel van de gehele rapportcijfers. Waarom heeft het geen zin om een frequentietabel van de rapportcijfers op één decimaal nauwkeurig te maken?

b

Bereken het gemiddelde van de gehele rapportcijfers en dat van de rapportcijfers op twee decimalen nauwkeurig.

c

Waarom is de modus van de gehele cijfers een zinvol getal en de modus van de cijfers op één decimaal niet? Wat is het modale cijfer?

d

Maak een boxplot van de gehele cijfers. Vergelijk dit met het boxplot van de cijfers op één decimaal dat Excel voor je maakt.

Opgave 5

Bekijk de tabel in Voorbeeld 1.

a

Waarom is er bij de rapportcijfers sprake van een klassenindeling? Over welke klassen gaat het dan?

De werkelijke cijfers zijn afgerond op één decimaal nauwkeurig. Ook dat zijn eigenlijk klassenmiddens.

b

Van welke klassen?

verder | terug