Vlakke meetkunde > Vergrotingsfactoren
123456Vergrotingsfactoren

Voorbeeld 1

Bekijk de figuur hiernaast. Gegeven is dat P Q = 8 , S T = 5 en P R = Q R = 13 cm.
Bereken de oppervlakte van Δ S T R .

> antwoord

De driehoeken P Q R en S T R zijn gelijkvormig.
De hoogte van driehoek P Q R is gelijk aan 153 , dus de oppervlakte van die driehoek is 1 2 8 153 = 4 153 cm2.

S T is 5 / 8 = 5 8 van P Q , dus de lengtevergrotingsfactor van driehoek P Q R naar driehoek S T R is 5 8 .
De bijbehorende oppervlaktevergrotingsfactor is ( 5 8 ) 2 = 25 64 .

De oppervlakte van Δ S T R is daarom 25 64 4 153 = 25 16 153 cm2.

Opgave 3

Bekijk Voorbeeld 1.

a

Waarom is Δ P Q R Δ S T R ?

b

Laat zien dat de hoogte van driehoek P Q R gelijk is aan 153 .

c

Loop de berekening van de oppervlakte van Δ S T R zelf na.

Opgave 4

Deze figuur bestaat uit twee gelijkbenige driehoeken.

a

Laat zien dat deze twee driehoeken gelijkvormig zijn.

b

Bereken de totale oppervlakte van deze twee driehoeken samen.

Opgave 5

Je ziet hier een rechthoekige driehoek A B C met enkele afmetingen erbij.

Bereken de oppervlakte van deze driehoek.

verder | terug