Vlakke meetkunde > Vergrotingsfactoren
123456Vergrotingsfactoren

Voorbeeld 2

De vierhoeken A B C D en K L M N zijn gelijkvormig. De oppervlakte van vierhoek K L M N is gelijk aan 240 cm2 en de oppervlakte van vierhoek A B C D is gelijk aan 20 cm2. De omtrek van vierhoek A B C D is 18 cm.
Bereken de omtrek van vierhoek K L M N .

> antwoord

De oppervlaktevergrotingsfactor van vierhoek A B C D naar vierhoek K L M N is  12.

De lengtevergrotingsfactor van vierhoek A B C D naar vierhoek K L M N is daarom  12 .

De omtrek van vierhoek K L M N is daarom 12 18 = 36 3 .

Opgave 6

Bekijk Voorbeeld 2.

a

Waarom is de oppervlaktevergrotingsfactor 12?

b

Waarom is de lengtevergrotingsfactor dan 12 ?

Van een blad papier op A4-formaat is de oppervlakte de helft van een blad papier op A3-formaat. Een blad A4 is 297 mm bij 210 mm.

c

Welke afmetingen heeft een blad A3?

Opgave 7

Je ziet hier een rechthoekige driehoek A B C met A C = 5 en A B = 10 cm. Lijnstuk P Q staat loodrecht op B C en verdeelt de driehoek is twee stukken met gelijke oppervlaktes.

Bereken de lengte van A P .

verder | terug